Published on MuseScore.org

Notatie

In het vorige hoofdstuk →"Basisfuncties" heb je geleerd hoe je noten kunt invoeren en heb je leren omgaan met de paletten. Het "Notatie" hoofdstuk behandeld de verschillende notatie type in meer detail, inclusief geavanceerde muziek notatie.

Zie ook →"Geavanceerde onderwerpen".

Maatstrepen

    Er is een reeks maatstreep symbolen beschikbaar voor de meest gebruikte doeleinden. Deze zijn te vinden in het Maatstrepen palet (basiswerkruimte). Herhalingsmaatstrepen zijn ook beschikbaar in het Herhalingen & sprongen palet (basis en geavanceerde werkruimte) . Extra symbolen zijn te vinden in het Maatstrepen palet in de geavanceerde werkruimte. Het is ook mogelijk om uw eigen aangepaste maatstrepen te maken (zie hieronder).

    Maatstreep symbolen zijn beschikbaar in het Maatstrepen palet:

    Maatstrepen palet in geavanceerde werkruimte

    Wijzig maatstreep type

    Om een bestaande maatstreep aan te passen kun je de volgende opties gebruiken:

    • Selecteer een maatstreep of maat in de partituur en klik op een icoon in het maatstrepen palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
    • Sleep een icoon vanuit het maatstrepen palet naar een maatstreep of maat in de partituur.
    • Selecteer een maatstreep in de partituur en wijzig de "Stijl" in de "Maatstreep" sectie in het instellingenoverzicht.

    Wijzig een niet-enkele in een enkele maatstreep:

    • Selecteer de maatstreep en druk op Del.

    Een maatstreep verbergen:

    • Selecteer de maatstreep en druk op V of verwijder het vinkje bij Zichtbaar in het instellingenoverzicht.

    Maatstreep invoegen

    Een maatstreep invoegen tussen reeds bestaande maatstrepen kan als volgt:

    • Sleep een icoon vanuit het maatstrepen palet naar een noot of rust.
    • Selecteer een noot of rust en klik op een icoon in het maatstrepen palet (dubbelklik in versies voor 3.4).

    Maat splitsen

    Je kunt een maatstreep invoegen om een maat te in twee aparte maten te splitsen. Gebruik hiervoor één van de volgende methodes:

    • Druk op de Ctrl (Mac Cmd) en sleep de maatstreep naar de eerste noot van de nieuwe maat.
    • Selecteer de eerste noot van de nieuwe maat en druk op Ctrl (Mac Cmd) terwijl je klikt op een maatstreep in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).

    Opmerking: Alle maatstrepen die op deze manier worden ingevoerd, worden ingevoerd als normale maatstrepen. Zie ook Een maat splitsen.

    Aangepaste maatstrepen

    Het is mogelijk om maatstrepen aan te passen door één of meerdere maatstrepen te selecteren en vervolgens de eigenschappen in de "Maatstreep" sectie van het instellingenoverzicht aan te passen:

    • Stijl: Kies uit een aantal vooraf ingestelde maatstrepen.
    • Omspan tot volgende notenbalk: verbind de gekozen maatstreep aan de maatstreep in de notenbalk er onder.
    • Omspan vanaf: Stelt de bovenste positie van de maatstreep in. "0" is de bovenste lijn van de notenbalk. Positieve nummers beginnen verder naar beneden in de notenbalk en negatieve nummers erboven.
    • Omspan tot: Stelt de onderste positie van de maatstreep in (zie "Omspan vanaf").
    • Omspanning voorinstelling: Gebruik de knoppen om een aantal vooraf ingestelde aangepaste maatstrepen toe te passen;

    Zie ook Mensurstrich.

    Het is ook mogelijk de kleur en horizontale/verticale verschuiving middels het instellingenoverzicht aan te passen.

    Maatstrepen verbinden

    Maatstrepen kunnen over meerdere notenbalken worden uitgerekt zoals bv in een dubbele notenbalk voor piano gebruikelijk is of in een partituur voor een orkest waarbij instrumenten op deze manier verbonden zijn. Om de maatstrepen te verbinden doe je het volgende:

    1. Activeer de bewerkingsmodus voor een maatstreep.

      Maatstreep-bewerkingsmodus

    2. Klik op de blauw handgreep onderaan de maatstreep en sleep deze naar de notenbalk waar deze aan moet worden verbonden. De handgreep springt automatisch naar de juiste positie, het is dus niet nodig deze exact te positioneren.

    3. Druk op Esc om de bewerkingsmodus te verlaten. Dit zorgt ervoor dat alle andere relevante maatstrepen ook worden bijgewerkt.

      Verbonden maatstrepen

    Zie ook

    • Maatbewerkingen
    • Herhalingen en sprongen voor informatie over herhalingsmaatstrepen
    • Een fermate aan een maatstreep toevoegen

    Muzieksleutels

      De meeste gebruikelijke muzieksleutels (Viool, bas, alt en tenor) zijn te vinden in het muzieksleutels palet in de basis werkruimte. Voor de volledige reeks, zie het muzieksleutels palet in de geavanceerde werkruimte (zie de afbeelding hieronder).

      Muzieksleutels palet (Geavanceerde werkruimte)

      Muzieksleutel toevoegen

      Een muzieksleutel aan het begin van de maat toevoegen/wijzigen

      • Selecteer een maat en klik op een muzieksleutel in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
      • Sleep een muzieksleutel vanuit het palet naar een maat.
      • Selecteer een bestaande muzieksleutel en klik op de gewenste muzieksleutel in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
      • Sleep een nieuwe muzieksleutel vanuit het palet direct naar een bestaande muzieksleutel.

      Muzieksleutel in de maat toevoegen/wijzigen

      • Klik op een noot en klik vervolgens op een muzieksleutel in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
      • Indien de muzieksleutel al in de maat aanwezig is:
        • Selecteer een muzieksleutel en klik op de gewenste muzieksleutel in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
        • Sleep een nieuwe muzieksleutel vanuit het palet direct naar een bestaande muzieksleutel.

      Opmerking: Muzieksleutels in de maat worden altijd kleiner weergegeven dan de hoofdmuzieksleutel.

      Voorbeeld: In de volgende afbeelding begint de bovenste notenbalk met een viool sleutel en wijzigt vervolgens direct in een bas sleutel en dan na een noot en een rust wijzigt deze weer in een viool sleutel.

      Muzieksleutel in de maat aanpassen

      Opmerking: Het wijziging van de muzieksleutel veranderd de toonhoogte van een noot niet. De noot wordt hierbij op de juiste plaats gezet. Indien je wilt dan kun je de Transpositie gebruiken samen met het wijziging van de muzieksleutel.

      Muzieksleutel verwijderen

      • Selecteer een muzieksleutel en druk op Del.

      Herinneringsmuzieksleutels

      Wanneer de muzieksleutel aan het begin van de regel wordt gewijzigd dan wordt er een herinneringsmuzieksleutel geplaatst aan het einde van de voorgaande regel.

      Om alle herinneringsmuzieksleutel te laten zien of te verbergen doe je het volgende:

      1. Vanuit het menu, selecteer Opmaak→Stijl...→Pagina;
      2. Plaats een vinkje bij "Maak muzieksleutelherinneringen aan" of haal deze weg

      Het is ook mogelijk deze alleen te laten zien/verbergen daar waar gewenst:

      1. "Maak muzieksleutelherinneringen" moet hiervoor reeds zijn aangevinkt (zie hierboven).
      2. Selecteer een muzieksleutel en vink "laat herinnering zien" aan of niet in het instellingenoverzicht.

      Muzieksleutel verbergen

      Laat alleen een muzieksleutel zien in de eerste maat (voor alle notenbalken)

      1. Vanuit het menu, selecteer Opmaak→Stijl...→ Pagina;
      2. Verwijder het vinkje bij "Maak een muzieksleutel aan voor alle systemen"

      Laat de muzieksleutel alleen in de eerste maat zien (voor een bepaalde notenbalk)

      1. Klik met rechts op de notenbalk (Mac: Ctrl-klik) en selecteer Notenbalk/partij-eigenschappen... en verwijder het vinkje bij "Laat de muzieksleutel zien".
      2. Open het hoofdpalet en selecteer de "Symbolen" sectie.
      3. Sleep een muzieksleutel vanuit het hoofdpalet naar de eerste maat van de notenbalk of selecteer de eerste noot en klik op een muzieksleutel in het hoofdpalet (dubbelklik in versies voor 3.4).

      Opmerking: Deze optie is wellicht handig voor TAB gebruikers die niet iedere keer de muzieksleutel willen laten zien op iedere regel.

      Verberg alle muzieksleutel in een bepaalde notenbalk

      1. Klik met rechts op de notenbalk (Mac: Ctrl-klik) en selecteer Notenbalk/partij-eigenschappen....
      2. Verwijder het vinkje bij "Laat de muzieksleutel zien".

      Toonsoorten

        Standaard toonsoorten zijn beschikbaar in het toonsoorten palet in de basis en geavanceerde werkruimtes. Het is ook mogelijk om aangepaste toonsoorten te maken (zie hieronder).

        Toonsoorten palet (Geavanceerder werkruimte)

        Opmerking: toonsoorten worden altijd gedefinieerd ten opzichte van de werkelijke toonhoogte. Als je een toonsoort toevoegt aan een notenbalk voor een transponerend instrument, moet je de relevante werkelijke toonhoogte-toonsoort toevoegen. De correct getransponeerde toonsoort wordt op de notenbalk weergegeven (tenzij je de werkelijk toonhoogte-modus aan hebt staan).

        Een nieuwe toonsoort toevoegen

        Een nieuwe toonsoort toepassen op alle notenbalken

        Gebruik hiervoor één van de volgende methodes:

        • Sleep een toonsoort vanuit het palet naar een lege ruimte in de maat.
        • Selecteer een maat en klik op de gewenste toonsoort in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
        • Selecteer een noot en klik op de gewenste toonsoort in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).

        Een nieuwe toonsoort toepassen op één notenbalk

        Als je de toonsoort op één notenbalk wilt toepassen zonder dat daarbij de andere ook worden aangepast, dan doe je het volgende:

        • Druk op Ctrl (Mac: Cmd) en hou deze ingedrukt terwijl je toonsoort vanuit het palet naar de gewenste maat sleept.

        Vervang een bestaande toonsoort

        Toonsoort vervangen voor alle notenbalken

        Gebruik één van de volgende methodes:

        • Sleep de gewenste toonsoort vanuit het palet naar de toonsoort die moet worden vervangen (of naar de maat die de toonsoort bevat).
        • Selecteer de toonsoort die moet worden vervangen en klik op de gewenste toonsoort in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).

        Toonsoort vervangen voor één notenbalk

        Als je de toonsoort van één notenbalk wilt vervangen zonder dat daarbij de andere ook worden aangepast, dan doe je het volgende:

        • Druk op Ctrl (Mac: Cmd) en hou deze ingedrukt terwijl je toonsoort vanuit het palet naar de te vervangen toonsoort (of maat waarin de toonsoort staat) sleept.

        Toonsoort verwijderen

        Gebruik één van de volgende methodes:

        • Klik op een bestaande toonsoort en druk op Del.
        • Sleep de lege toonsoort vanuit het palet (in de geavanceerde werkruimte) naar de maat.

        Herstellingstekens bij toonsoort wijzigingen

        Standaard laat MuseScore alleen herstellingstekens zien wanneer de toonsoort in C Majeur/A mineur (geen mollen of kruisen). In alle overige gevallen wordt de nieuwe toonsoort weergegeven zonder herstellingstekens.

        Standaard toonsoort wijzigingen

        Het is echter mogelijk om de herstellingstekens weer te geven voor alle toonsoort wijzigingen:

        1. Vanuit het menu, selecteer Opmaak → Stijl... → Voortekens. Je ziet de volgende opties:

          Venster: Opmaak / Stijl... / Voortekens

        2. Maak een keuze uit één van deze drie opties.

        3. Indien je een partij aan het bewerken bent en je wilt de nieuwe optie toepassen op alle partijen, klik dan op de Pas toe op alle partijen knop.
        4. Klik op OK om het venster te sluiten.

        Als voorbeeld, indien je de optie "Voor de toonsoort bij wijzigen naar minder ♯ of ♭" geeft als resultaat:

        Herstellingstekens voor de toonsoort

        En de optie "Achter de toonsoort bij wijzigen naar minder ♯ or ♭. Voor de toonsoort bij wijzigen tussen ♯ en ♭" geeft als resultaat:

        Herstellingstekens voor en na de toonsoort

        Toonsoort wijzigingen en meermaatsrusten

        Meermaatsrusten worden onderbroken indien de toonsoort wijzigt:

        Voorbeel met meermaatsrust

        Herinneringstoonsoort

        Om het weergeven van een enkele toonsoortherinnering uit te schakelen doe je het volgende:

        • Selecteer de relevante toonsoort en verwijder het vinkje bij "Laat herinnering zien" in het "Toonsoort" gedeelte van het instellingenoverzicht.

        Om het weergeven van alle toonsoortherinneringen uit te schakelen doe je het volgende:

        • Vanuit het menu, selecteer Opmaak → Stijl... → Pagina en verwijder het vinkje bij "Maak toonsoortherinneringen aan".

        Opmerking: Herinneringstoonsoorten worden niet weergeven bij een sectie einde.

        Aangepaste toonsoort

        Een aangepaste toonsoort maken gaat als volgt:

        1. Druk op Shift+K om de toonsoorten sectie in het hoofdpalet weer te geven.

          Hoofdpalet: Toonsoorten

        2. In het Maak een nieuwe toonsoort paneel sleep je de voortekens vanuit het naar de notenbalk die erboven staat. Opmerking: De weergegeven viool sleutel is slechts ter illustratie, aangepaste toonsoorten kunnen voor ieder type muzieksleutel worden gebruikt.

        3. Gebruik de Wis knop indien nodig om alle voortekens van de notenbalk te verwijderen.
        4. Druk op de knop Voeg toe om de nieuwe toonsoort aan de bibliotheek toe te voegen (midden paneel). Om een toonsoort uit de bibliotheek te verwijderen klik je met rechts (Mac: Ctrl-klik) op de toonsoort en kies je verwijder.

        Opmerking: Een beperking van de aangepaste toonsoort is dat deze niet op de gebruikelijke manier kan worden getransponeerd. Indien transpositie nodig is of indien er een wijziging van de muzieksleutel is dan moet er een nieuwe aangepaste toonsoort worden gemaakt.

        Een toonsoort kan vanuit het hoofdpalet aan een eigen palet worden toegevoegd:

        • Sleep de toonsoort naar het palet.

        Om een toonsoort direct vanuit het hoofdpalet toe te passen, gebruik je één van de volgende methodes:

        • Selecteer een maat en klik op de toonsoort in het hoofdpalet (dubbelklik in versies voor 3.4).
        • Sleep de toonsoort vanuit het hoofdpalet naar een maat of hou de Ctrl (Mac: Cmd) ingedrukt tijdens het slepen om het op één notenbalk toe te passen.

        Maatsoorten

          Maatsoorten zijn beschikbaar in het gelijknamige palet in zowel de basis als geavanceerde werkruimte.

          Maatsoorten palet

          Toevoegen of vervangen van een maatsoort

          Gebruik één van de volgende methodes:

          • Selecteer een toonsoort, maat, noot of rust en klik op de gewenste maatsoort in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
          • Sleep de maatsoort vanuit het palet naar een lege ruimte in de maat of naar een bestaande maatsoort.

          Verwijder een maatsoort

          • Selecteer de maatsoort en druk op Del.

          Een maatsoort maken

          Indien de maatsoort die je wilt gebruik niet in de bestaande paletten beschikbaar is dan kun je deze als volgt maken:

          1. Druk op Shift+T om de Maatsoorten sectie in het hoofdpalet weer te geven.
          2. Selecteer een maatsoort die je wilt aanpassen in het midden paneel.
          3. In het Maak maatsoort aan paneel kun je de verschillende eigenschappen (teller, noemer, tekst, waardestrepen) naar wens instellen. Om het standaard waardestrepen patroon te herstellen druk je op de Herstel knop.
          4. Druk op Voeg toe om de nieuw aangemaakte maatsoort aan het midden paneel toe te voegen. Om een maatsoort te verwijderen uit het midden paneel klik je erop met de rechtse muis toets (Mac: Ctrl-klik) en kies je verwijder.
          5. Sleep de maatsoort vanuit het hoofdpalet naar de gewenste positie in de partituur.

          De maatsoort kan, indien gewenst, ook worden toegevoegd aan een eigen palet voor toekomstig gebruik.

          Breuken in maatsoorten

          Vanaf versie 3.5.1 is er beperkte ondersteuning voor het gebruik van breuken in maatsoorten. Alleen ½ en ¼ worden op dit moment ondersteund. Indien je toetsenbord deze karakters niet dan kun je deze op sommige systemen invoeren met de toetsen reeks Alt+0189 voor ½ en Alt+0188 voor ¼. Je kunt ze ook vanaf hier kopiëren en plakken.

          Maatsoort eigenschappen

          Om het maatsoort-eigenschappen venster te laten zien doe je het volgende:

          • Selecteer de maatsoort en klik op "Eigenschappen" in het "Maatsoort" gedeelte van het instellingenoverzicht.
          • Klik met rechts (Mac: Ctrl-klik) op een maatsoort en selecteer Maatsoort-eigenschappen….

          Maatsoort-eigenschappen

          • Algemene waarde: Laat de algemene waarde van de maatsoort zien die automatisch wordt gebruikt bij het toepassen van een maatsoort. Het is de referentie naar de tellen (zoals weergeven in de status balk) en tempo aanduidingen.
          • Huidige waarde: Laat de huidige maatsoort zien voor een bepaalde notenbalk. Deze is normaal gesproken hetzelfde als de algemen waarde maar kan, indien nodig, onafhankelijk worden ingesteld. Zie lokale maatsoorten.
          • Vorm: Hiermee kan de weergegeven tekst worden aangepast zonder daarbij de maatsoort te veranderen. Voor een voorbeeld, zie samengestelde maatsoorten.
          • Nootgroepen: Hiermee kun je bepalen hoe de waardestrepen standaard worden toegepast op de noten met deze maatsoort. Zie standaard waardestrepen wijzigen.

          Standaard waardestrepen wijzigen

          Om de waardestrepen voor een bepaalde maatsoort te wijzigen doe je het volgende:

          1. Selecteer de maatsoort en kies "Eigenschappen" in het "Maatsoort" gedeelte van het instellingenoverzicht of Klik met rechts (Mac: Ctrl-klik) op de maatsoort en selecteer Maatsoort-eigenschappen….
          2. Om een waardestreep in het nootgroepen paneel te onderbreken klik je op de noot die erop volgt. Om de waardestreep te herstellen klik je op dezelfde plaats. Als alternatief kun je ook een waardestreep icoon naar de noot slepen:
            • Begin de waardestreep bij deze noot.
            • Onderbreek de waardestreep niet bij deze noot.
            • Achtste noot waardestreep links van deze noot.
            • Zestiende noot waardestreep links van deze noot.

          Met het aanvinken van de optie "Wijzig ook korte noten" dat de aanpassingen van de waardestrepen ook automatisch op kortere noten wordt toegepast. De Herstel knop maakt de wijzigingen die gedaan zijn tijdens deze sessie ongedaan.

          Samengestelde (onregelmatige) maatsoorten

          Samengestelde (onregelmatige) maatsoorten worden soms gebruikt om de verdeling van de tellen in maat te verduidelijken. Het maken van een samengestelde maatsoort gaat als volgt:

          1. Klik met recht (Mac: Ctrl-klik) op de maatsoort in de partituur en selecteer Maatsoort-eigenschappen…;
          2. Pas, indien nodig, de "tekst" aan in het Vorm gedeelte.
          3. Wijzig de waardestrepen in de notengroep sectie, indien nodig.

          Opmerking: Het maatsoorten gedeelte in het hoofdpalet kun je ook gebruik maken van samengestelde maatsoorten (zie hierboven).

          Lokale maatsoort

          In sommige gevallen kan het nodig zijn dat een partituur notenbalken bevat met verschillende maatsoorten op hetzelfde moment. Hier een voorbeeld uit Bachs 26. Goldberg Variatie:

          Bachs 26. Goldberg Variatie

          In het bovenstaande voorbeeld is de algemene maatsoort 3/4 maar is de maatsoort van de bovenste notenbalk onafhankelijk ingesteld op 18/16.

          Om een lokale maatsoort in te stellen voor één notenbalk doe je het volgende:

          • Hou de Ctrl (Mac: Cmd) ingedrukt en sleep de maatsoort vanuit het palet naar een lege maat.

          Maatsoort grootte aanpassen

          • Selecteer één of meerdere maatsoorten en pas de "Schaal X" (breedte) en "Schaal Y" (hoogte) waarden aan in het "Maatsoort" gedeelte van het instellingenoverzicht.

          Opmaten en cadenza

          Soms wil je de duur van een maat verkorten of juist langer maken zonder daarbij de maatsoort te veranderen - bijvoorbeeld in een opmaat of in een cadenza etc. Zie hiervoor Maatbewerkingen: Maatduur.

          Maatsoort wijzigingen en afbrekingen

          Meermaatsrusten worden onderbroken wanneer de maatsoort wijzigt. Een sectie einde zorgt er voor dat een herinneringsmaatsoort niet wordt weergegeven aan het einde van de vorige maat.

          Zie ook

          • Toonsoorten

          Externe links

          • Hoe gebruik je polyritmes, samengestelde (onregelmatige) en lokale maatsoorten in MuseScore
          • Maat (muziek) op Wikipedia.

          Voortekens

            De meest gebruikelijke type voortekens zijn beschikbaar in de voortekenswerkbalk boven de partituur en in het voortekens palet in de basis werkruimte.
            Voortekens palet (Basis werkruimte)
            Een meer uitgebreide reeks kan worden gevonden in het Voortekens palet in de geavanceerde werkruimte.

            Voorteken toevoegen

            Voortekens worden automatisch aan een noot toegevoegd, indien nodig, bij het verhogen of verlagen van de toon.

            • ↑: Verhoog de toon van een noot met een halve toon (voorkeur voor kruisen).
            • ↓: Verlaag de toon van een noot met een halve toon (voorkeur voor mollen).

            Om een (i) dubbele mol of dubbel kruis, (ii) een herinneringsvoorteken of (iii) een toevallig voorteken toe voegen gebruik je één van de volgende opties:

            • Selecteer een noot en klik op het gewenste voorteken in de werkbalk boven de partituur.
            • Selecteer een noot en klik op het gewenste voorteken in het voorteken palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
            • Sleep het gewenste voorteken vanuit het voorteken palet naar de noot.

            Indien je haakjes wilt toevoegen aan een herinneringsvoorteken gebruik dan één van de volgende manieren:

            • Selecteer het voorteken in de partituur en klik op het haakjes symbool in het voorteken palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
            • Sleep het haakjes symbool vanuit het voorteken palet naar het voorteken in de partituur.
            • Selecteer het voorteken en kies het Haaktype in het instellingenoverzicht.

            Indien nodig dan kunnen voortekens worden verwijderd door deze te selecteren en vervolgens op de Del toets te drukken.

            Wijzig enharmonische spelling

            Om de enharmonische spelling van een noot of noten, in zowel de geschreven als werkelijke toonhoogte weergave aan te passen doe je het volgende:

            1. Selecteer een noot of een groep van noten.
            2. Druk op J.
            3. Druk herhaaldelijk op J om te wisselen tussen de verschillende enharmonische equivalenten.

            Om de enharmonische spelling alleen voor de geschreven toonhoogte aan te passen zonder dat daarbij de weergave in de werkelijk toonhoogte veranderd en visa versa, doe je het volgende:

            1. Selecteer een noot of een groep van noten.
            2. Druk op Ctrl+J (Mac: Cmd+J).
            3. Druk herhaaldelijk op dezelfde toetsen om te wisselen tussen de verschillende enharmonische equivalenten.

            Opmerking: Indien de toonhoogte van de geselecteerde noten niet gelijk zijn dan is het effect hiervan niet voorspelbaar.

            Herbepaal toonhoogtes

            • Vanuit het menu, selecteer Gereedschappen→Herbepaal toonhoogtes.

            Zie ook

            • Toonsoort: Wijzigen

            Externe links

            • Voortekens op Wikipedia
            • Enharmoniek op Wikipedia

            Arpeggios en glissando's

              Arpeggio en Glissando symbolen bevinden zich in het "Arpeggios & glissando's" palet in de geavanceerde werkruimte. Dit palet bevat ook strum pijlen, een argeggio haak, blaasinstrument articulaties en slide symbolen.

              Arpeggios + glissando's palet

              Symbool toevoegen

              Om een arpeggio, glissando etc. aan de partituur toe te voegen gebruik je één van de volgende methodes:

              • Selecteer één of meerdere noten en klik op het symbool in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
              • Sleep een symbool vanuit het palet naar een noot.

              Afmetingen aanpassen

              Om de lengte en hoogte van een symbool aan te passen doe je het volgende:

              • Start de bewerkingsmodus voor het symbool en pas de handgrepen aan met behulp van de sneltoetscombinaties.

              Symbool aanpassen

              Nadat je een symbool geselecteerd hebt kun je verschillende eigenschappen in het "Glissando" of "Arpeggio" gedeelte van het instellingenoverzicht aanpassen.

              Glissando

              • Type: Een keuze tussen een rechte of golvende lijn.
              • Laat tekst zien: Schakel deze optie in om de tekst bij het symbool te laten zien. Vervolgens kan de tekst, het lettertype, grootte en stijl worden ingesteld. Opmerking: indien er niet voldoende ruimte is tussen de noten dan wordt de tekst niet weergegeven.
              • Speel af: Schakel in/uit om het afspelen van de glissando te laten horen of niet.
              • Afspeel stijl: Bepaal hoe de glissando wordt afgespeeld. Er zijn vier opties: Chromatisch, witte toetsen, zwarte toetsen en diatonisch.

              Arpeggio

              • Uitrekking: Verlengt de duur van het arpeggio.
              • Speel af: Verwijder het vinkje als je niet wilt dat het afspelen hierdoor wordt beïnvloed.

              Indien veelvuldig gebruikt dan kan het resultaat in een eigen palet worden opgeslagen.

              Arpeggios

              Wanneer een arpeggio of strum pijl wordt toegevoegd aan de partituur dan omvat deze in eerste instantie maar één stem. Voor het aanpassen van de hoogte, zie Afmetingen aanpassen (hierboven). Het afspelen van het symbool kan aan en uit worden gezet in het instellingenoverzicht.

              Arpeggio over twee notenbalken

              Verticaal bereik van een arpeggio

              Voeg de arpeggio toe aan de bovenste notenbalk, selecteer deze en gebruik dan Shift+↓ om deze naar beneden te verlengen naar de volgende notenbalk zonder daarbij de onderliggende notenbalkafstand te veranderen.
              Opmerking: Om dit te kunnen doen moeten de noten in de twee notenbalken in dezelfde stem zitten.

              Glissando's (slides)

              Een Glissando of een slide is van toepassing op twee opeenvolgende noten. Hij kan golvend of als rechte lijn worden weergeven, met of zonder tekst. Bijvoorbeeld:

              Glissando's met rechte of golvende lijnen

              Akkoord slide

              Start en eind positie van een glissando aanpassen

              Om de eind handgreep verticaal of horizontaal te verplaatsen van de ene naar de andere noot doe je het volgende:

              1. Activeer de bewerkingsmodus voor het symbool.
              2. Klik op de begin of eind handgreep:
                • Gebruik Shift+↑↓ om de handgreep naar boven of naar beneden te verplaatsen.
                • Gebruik Shift+←→ om de handgreep horizontaal van de ene naar de andere noot te verplaatsen.

              Gebruik deze optie om een glissando over meerdere notenbalken te maken of om de positie van de eind grepen aan te passen bij het toepassen van meerdere glissando's op een akkoord.

              Blaasinstrument articulaties

              Fall, Doit, Plop en Scoop symbolen zijn beschikbaar. Om de lengte en boog aan te passen selecteer je het symbool, activeer je de bewerkingsmodus en pas je de handgrepen aan zoals beschreven in Bewerkingsmodus: Lijnen.

              Slide in/out

              Slide in en Slide uit lijnen zijn ook beschikbaar in het "Arpeggios & glissando's" palet. Om de lengte en hoek van de lijn aan te passen dubbelklik je op het symbool en sleep je de handgreep (of gebruik je het instellingenoverzicht of pijltjes toetsen voor een meer nauwkeurige aanpassing).

              Externe links

              • Arpeggio op Wikipedia
              • Glissando op Wikipedia

              Articulaties en versieringen

                Een uitgebreide set van symbolen kan worden gevonden in het Articulatie palet in de geavanceerde werkruimte:

                Articulaties

                en het Versieringen palet (geavanceerde werkruimte):

                Ornamenten

                Er is ook een beknopte versie van Articulaties in de basis werkruimte.

                Articulaties in basis werktuime

                Articulaties

                Articulaties zijn symbolen die worden toegevoegd aan de partituur om aan te geven hoe een noot of akkoord gespeeld moet worden. De voornaamste symbolen in deze groep zijn:

                • Fermates
                • Accenten (>)
                • Staccato en variaties daarvan zoals mezzo-staccato (portato), staccatissimo
                • Tenuto
                • Sforzato
                • Marcato

                Er zijn speciale articulaties beschikbaar voor snaarinstrumenten, blaasinstrumenten, etc.

                Versieringen

                Versieringen bevatten:

                • Mordents, omgekeerde mordents, prallers
                • Trillers
                • Dubbelslagen
                • Bend/toonbuiging

                Opmerking: Voorslagen zijn beschikbaar in het siernoten palet.

                Articulatie/versiering toevoegen

                Gebruik één van de volgende methodes:

                • Selecteer een noot of een bereik van noten en klik op het symbool in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
                • Sleep het symbool vanuit het palet naar een nootkop.

                Voorteken toevoegen aan een versiering

                Om een voorteken toe te voegen aan een versiering (zoals een triller) doe je het volgende:

                1. Selecteer de noot waar aan de versiering is verbonden.
                2. Open de symbolen sectie in het hoofd palet;
                3. Zoek het gewenste symbool op en pas deze toe in de partituur (kleinere voortekens kunnen worden gevonden door een zoekterm als "figured bass" te gebruiken).
                4. Sleep het voorteken naar de juiste positie (of herpositioneer het voorteken met de sneltoetscombinaties of het instellingenoverzicht).

                Een fermate toevoegen aan een maatstreep

                Gebruik een van de volgende opties:

                • Selecteer een maatstreep en klik op het fermate symbool in een palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
                • Sleep het fermate symbool vanuit een palet naar een maatstreep in de parituur.

                Opmerking: Dit heeft echter geen effect op het afspelen.

                Sneltoetscombinaties

                • Staccato: Shift+S
                • Tenuto: Shift+N
                • Sforzato (accent): Shift+V
                • Marcato: Shift+O
                • Acciaccatura (siernoot) toevoegen: /

                Sneltoetscombinaties kunnen worden aangepast in MuseScore's voorkeuren.

                Positie aanpassen

                Direct na het plaatsen van een articulatie of versiering vanuit het palet is het symbool automatisch geselecteerd. Het kan nu als volgt naar boven of beneden worden verplaatst met het toetsenbord:

                • Gebruik de pijltjes omhoog/omlaag toetsen voor nauwkeurige positionering (0,1 sp per stap).
                • Gebruik Ctrl+↑ of Ctrl+↓ (Mac: Cmd+↑ of Cmd+↓) voor grotere verticale aanpassingen (1 sp per stap).
                • Om een symbool naar de andere kant van de noot te verplaatsen (waar mogelijk), selecteer het en druk op X.

                Om aanpassingen in alle richting mogelijk te maken met het toetsenbord doe je het volgende:

                1. Activeer de bewerkingsmodus voor het symbool.
                2. Gebruik de pijltjes toetsen voor nauw keurige positionering (0,1 sp per stap) of gebruik Ctrl+Pijltje (Mac: Cmd+Pijltje) voor grotere aanpassingen (1 sp per stap).

                Je kunt ook de horizontale en verticale verschuiving in het instellingenoverzicht aanpassen. Om meer dan één symbool tegelijk aan te passen selecteer je de symbolen en pas je de verschuiving waarden in het instellingenoverzicht aan.

                Opmerking: Het symbool kan ook worden verplaatst door erop te klikken en het vervolgens te verslepen maar voor meer nauwkeurigere controle over de aanpassing gebruik je de methode zoals hierboven beschreven.

                Articulatie en versiering eigenschappen

                Deze kunnen worden aangepast in het Articulatie gedeelte van het instellingenoverzicht en omvatten mogelijk:

                • Plaatsen: Boven of onder de notenbalk.
                • Richting: Automatisch / omhoog / omlaag.
                • Verankering: Pas de verticale plaatsing van het symbool aan.
                • Tijdsuitrekking: Voor fermates, pas de lengte van de pauze aan.
                • Versieringsstijl: Standaardwaarde of Barok.
                • Speel af: Schakel het afspelen in of zet het uit.

                Voor Bend/toonbuiging eigenschappen, zie Bends/toonbuigingen.

                Algemene instellingen voor articulaties en versiering zijn beschikbaar in Articulaties, Versieringen.

                Zie ook

                • Siernoten

                Externe links

                • Hoe maak je trillers en versieringen met voortekens (inclusief afspelen) (MuseScore HowTo) (engelstalig)
                • Versieringen op Wikipedia

                Bend/toonbuiging

                  Verschillende soorten bends/toonbuigingen kunnen worden gemaakt met het Bend gereedschap bend_palette_sym.png dat beschikbaar is in het Articulaties palet in de geavanceerde werkruimte. Een bend/toonbuiging die aan de partituur is toegevoegd kan worden aangepast in het bend/toonbuiging gedeelte in het instellingenoverzicht.

                  Bend/toonbuiging toepassen

                  Om een bend/toonbuiging toe te voegen aan de partituur gebruik je één van de volgende opties:

                  • Selecteer één of meerdere noten en klik op het bend symbool in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
                  • Sleep het bend symbool vanuit het palet naar een noot.

                  Bend/toonbuiging aanpassen

                  Tekst en lijn eigenschappen

                  1. Selecteer het bend/toonbuiging symbool.
                  2. De volgende eigenschappen kunnen worden aangepast in het Bend/toonbuiging gedeelte van het instellingenoverzicht:
                    • Lijndikte.
                    • Lettertype, Grootte, Stijl: Eigenschappen van de tekst.
                    • Speel af: Speel de bend/toonbuiging af of niet.

                  Algemene tekst en lijn eigenschappen voor alle bend/toonbuigingen in de partituur kunnen worden aangepast in het menu Opmaak→Stijl...→Bend/toonbuiging.

                  Bend vorm en breedte

                  Versie 3.4 en hoger

                  1. Zorg dat de bend/toonbuiging geselecteerd is.
                  2. Gebruik de Bend/toonbuigings type selectie in het "Bend/toonbuiging" gedeelte van het instellingenoverzicht. "Bend/toonbuiging" is de standaard optie.
                  3. Maak de gewenste aanpassingen in de grafische weergave van de bend/toonbuiging in het instellingenoverzicht. Zie grafische weergave bewerken (hieronder).

                  Versies voor 3.4

                  1. Selecteer een bend symbool in de partituur en druk op "Eigenschappen" in het instellingenoverzicht of klik met rechts op het symbool en kies "Bend/toonbuiging eigenschappen".
                    bend/toonbuiging eigenschappen
                  2. Maak een keus uit vooraf ingestelde opties bij Toonbuigingstype. "Bend/toonbuiging" is de standaard optie.
                  3. Maak de gewenste aanpassingen in de grafische weergave van de bend/toonbuiging in het instellingenoverzicht. Zie grafische weergave bewerken (hieronder).
                  Grafische weergave bewerken

                  De bend/toonbuiging wordt weergegeven in een grafiek die bestaat uit grijze lijnen die verbonden zijn middels blauwe vierkante controlepunten (zie afbeelding hierboven). De helling van de lijn geeft het type van de toonbuiging weer:

                  • Helling naar boven = Toonbuiging naar boven
                  • Helling naar beneden = Down-bend
                  • Horizontale lijn = Vasthouden

                  De verticale as van de grafiek geeft aan hoeveel de toonhoogte omhoog of omlaag gebogen zal worden: 1 eenheid komt overeen met een kwarttoon: 2 eenheden met een halve toon, 4 eenheden met een volledige toon, enz… De horizontale as is gerelateerd met de visuele lengte van de buiging: elk grijs lijnsegment maakt de lijn op de partituur 1sp (notenbalkafstand) langer in de partituur.

                  Je past de toonbuiging aan door controlepunten toe te voegen of te verwijderen op de grafiek:

                  • Om een controlepunt toe te voegen klik je op een lege kruising van de grafiek lijnen.
                  • Om een controlepunt te verwijderen klik je er op.

                  Voor elk toegevoegd controlepunt wordt de toonbuigingslijn 1 sp langer, ieder verwijderd controlepunt maakt de lijn 1 sp korter. Het begin en eind controlepunt kunnen enkel omhoog en omlaag worden verplaatst.

                  Hoogte aanpassen

                  De hoogte van een toonbuigingssymbool wordt automatisch aangepast zodat deze net boven de notenbalk staat. Je kan de hoogte verminderen, indien gewenst, met volgende methode:

                  1. Plaats een extra noot op de bovenste lijn van de notenbalk, verticaal net boven de noot waarop je de bend wenst te starten.
                  2. Voeg een toonbuigingssymbool aan de extra geplaatste noot toe.
                  3. Om de hoogte van het symbool te vergroten verplaats je de noot omlaag.
                  4. Sleep het toonbuigingssymbool omlaag naar de gewenste positie.
                  5. Maak de extra noot onzichtbaar en onhoorbaar (gebruik hiervoor het instellingenoverzicht).

                  Positie aanpassen

                  Pas de positie met één van de volgende opties:

                  • Sleep het bend symbool met de muis.
                  • Klik op het symbool en pas de horizontale en verticale verschuiving aan in het instellingenoverzicht.
                  • Dubbelklik op het symbool of klik er op en druk op Ctrl+E (Mac: Cmd+E) of klik met rechts op het symbool en kies "Bewerk element." Gebruik nu de pijltjes toetsen voor nauwkeurige positionering (0,1 sp per stap) of Ctrl+Pijltje (Mac: Cmd+Pijltje) voor grotere aanpassingen (1 sp per stap).

                  Aangepaste bend/toonbuiging

                  Nadat je een bend/toonbuiging hebt gemaakt in de partituur kan deze worden toegevoegd aan een eigen palet door het daar heen te slepen terwijl je de Ctrl+Shift (Mac: Cmd+Shift) ingedrukt houd zodat je deze later kunt hergebruiken. Zie eigen werkruimte.

                  Externe links

                  • Opdrukken op wikipedia

                  Waardestrepen

                    Automatisch waardestreep patroon aanpassen

                    Standaard plaatst MuseScore de waardestrepen zoals deze zijn ingesteld in het Maatsoort-eigenschappen venster. Zie standaard waardestrepen aanpassen voor het aanpassen van dit patroon.

                    Waardestrepen aanpassen voor individuele noten

                    Je kunt de standaard waardestreep plaatsing voor individuele noten aanpassen door gebruik te maken van de waardestreep symbolen in het waardestreep-eigenschappen palet in de basis of geavanceerde werkruimte:

                    Waardestreep-eigenschappen palet (geavanceerde werkruimte)

                    Om de waardestrepen voor één of meerdere noten te wijzigen (behalve versnellende/vertragende waardestrepen) gebruik je één van de volgende methodes:

                    • Sleep het waardestreep symbool vanuit het waardestreep-eigenschappen palet naar een noot in de partituur.
                    • Selecteer één of meerdere noten in de partituur en klik het gewenste symbool in het waardestreep-eigenschappen palet (dubbelklik in versies voor 3.4).

                    Om versnellende/vertragende waardestrepen toe te voegen gebruik je één van de volgende methodes:

                    • Sleep een versnellende/vertragende waardestreep symbool vanuit het waardestreep-eigenschappen palet naar een noot waardestreep in de partituur.
                    • Selecteer één of meerdere noot waardestrepen in de partituur en klik op een versnellende/vertragende waardestreep symbool in het waardestreep-eigenschappen palet (dubbelklik in versies voor 3.4).

                    Opmerking: (1) Versnellende/vertragende waardestrepen kunnen 2 of 3 lijnen gebruiken afhankelijk van het tempo en de gewenste aanpassen. (2) Om er één te maken van 2 lijnen, dien je te beginnen met aaneengesloten rij van zestiende noten. (3) Om er één te maken van 3 lijnen, dien je te beginnen met aaneengesloten rij van tweeëndertigste noten. (4) Het afspelen van de versnellende/vertragende waardestrepen wordt niet ondersteund.

                    Waardestreep symbolen en het effect

                    Icoon Naam Beschrijving
                    Waardestreepbegin Indien de noot met een waardestreep is verbonden aan de voorgaande noot dan wordt de waardestreep onderbroken.
                    Waardestreepmidden Maak een waardestreep van de geselecteerde noot naar de voorgaande noot (indien van toepassing). Dit is ook van toepassing op 16de en 32ste waardestrepen.
                    Geen waardestreep Onderbreek de waardestreep voor en na de geselecteerde noot.
                    Waardestreep 16de noot onder Start een tweede niveau waardestreep bij deze noot.
                    Waardestreep 32ste noot onder Start een derde niveau waardestreep bij deze noot.
                    Automatisch plaatsen Pas het standaard waardestreep patroon toe zoals ingesteld voor de huidige maatsoort (zie hierboven).
                    Vertragende waardestrepen Start een vertragende waardestreep.
                    Versnellende waardestrepen Start een versnellende waardestreep.

                    Opmerking: Wees ervan bewust dat de waardestreep tussen twee noten/rusten wordt bepaald door beide noten/rusten. Een voorbeeld: twee opeenvolgende noten met een waardestreepbegin hebben geen waardestreep tussen de noten. Als de twee opeenvolgende noten ingesteld zijn om verbonden te worden dan wordt dit gedaan, als één van de twee hiervoor niet is ingesteld dan wordt dit niet gedaan.

                    Waardestreep hoek aanpassen

                    De hoek van de waardestreep aanpassen met het toetsenbord of de muis:

                    1. Activeer de bewerkingsmodus voor de noot waardestreep, de rechter handgreep wordt hierbij automatisch geselecteerd.
                    2. Gebruik de pijl omhoog/omlaag toetsen of sleep de rechter eindgreep om de hoek van de waardestreep aan te passen.
                    3. Druk op Esc om de bewerkingsmodus te verlaten.

                    Aanpassen met het instellingenoverzicht:

                    1. Klik op een waardestreep.
                    2. Vink "Aangepaste positie" aan in het "Waardestreep" gedeelte van het instellingenoverzicht.
                    3. Stel de "Positie" waarden in om de gewenste hoek te krijgen.

                    Waardestreep hoogte aanpassen

                    Aanpassen met het toetsenbord of de muis:

                    1. Activeer de bewerkingsmodus voor de noot waardestreep, de rechter handgreep wordt hierbij automatisch geselecteerd.
                    2. Druk op Shift+Tab of klik op de middelste handgreep om deze te selecteren (gebruik de linker handgreep in versies voor 3.4).
                    3. Gebruik de pijl omhoog/omlaag toetsen of sleep de middelste handgreep om de hoogte van de waardestreep aan te passen (gebruik de linker handgreep in versies voor 3.4).
                    4. Druk op Esc om de bewerkingsmodus te verlaten.

                    Aanpassen met het instellingenoverzicht:

                    1. Klik op een waardestreep.
                    2. Vink "Aangepaste positie" aan in het "Waardestreep" gedeelte van het instellingenoverzicht.
                    3. Stel de "Positie" waarden in om de gewenste hoogte te krijgen.

                    Maak een waardestreep horizontaal

                    1. Selecteer een waardestreep.
                    2. Vink "Horizontaal forceren" aan in het "Waardestreep" gedeelte van het instellingenoverzicht.

                    Opmerking: "Horizontaal forceren" in het "Waardestreep" gedeelte van het instellingoverzicht kan alleen worden geselecteerd indien "Aangepaste positie" ook is geselecteerd. Deze instelling overschrijft de eigen positie waarde en stelt de horizontale streep in op de oorspronkelijk hoogte.

                    Indien je wilt dat alle waardestrepen in de partituur horizontaal moeten worden gemaakt, dan kun je de optie "Maak alle waardestrepen vlak" in het menu Opmaak→Stijl…→Waardestrepen gebruiken. Indien deze optie niet geselecteerd is dan wordt de helling van de waardestreep ingesteld afhankelijk van de toonhoogte van de noten. Deze algemene instelling kan worden overschreven voor individuele waardestrepen met de bovenstaande methode.

                    Versnellende/vertragende waardestrepen aanpassen

                    Versnellende/vertragende waardestrepen kunnen als volgt worden aangepast:

                    1. Selecteer een waardestreep.
                    2. Pas de waarden "Toename naar links" en "Toenamen naar rechts" aan in het "Waardestreep" gedeelte van het instellingenoverzicht.

                    Plaatselijke heropmaak

                    MuseScore plaats de noten en de ruimte daar omheen naar gelang de nootwaarde en zorgt dat er ruimte is voor voortekens, liedteksten, etc. In systemen waarbij er meer dan één notenbalk is dan kan dit resulteren in onregelmatig plaatsing van de noten zoals in het volgende voorbeeld te zien is:

                    Normale opmaak

                    Plaatselijke heropmaak is een optie in het instellingenoverzicht waarmee je de passages in de partituur waar je de noten onafhankelijk van de noten in de andere notenbalken wilt plaatsen kunt aangeven. Het toepassen van de "Plaatselijke heropmaak" optie op de waardestrepen in de bovenste notenbalk van het vorige voorbeeld resulteert in een meer evenredige verdeling van de noten:

                    Na toepassen

                    Om de plaatselijke heropmaak te activeren doe je het volgende:

                    1. Selecteer één of meerdere waardestrepen.
                    2. Vink de optie Plaatselijke heropmaak in het "Waardestreep" gedeelte van het instellingenoverzicht aan.

                    Waardestreep omwisselen

                    Om een waardestreep van boven naar onder de noten of visa versa om te wisselen doe je het volgende:

                    1. Selecteer één of meerdere waardestrepen.
                    2. Gebruik één van de volgende opties:
                      • Druk op de X toets.
                      • Klik op het "Wissel stokrichting" icoon, flip_direction.PNG in de werkbalk.
                      • Selecteer een "Richting" optie (automatisch, omhoog of omlaag) in het "Waardestreep" gedeelte van het instellingenoverzicht.

                    Herstel waardestreep positie

                    Om de waardestrepen te herstellen naar de standaard voor de geldende maatsoort doe je het volgende:

                    1. Selecteer een sectie in de partituur die je wilt herstellen. Indien er niets is geselecteerd dan wordt de bewerking op de hele partituur toegepast.
                    2. Selecteer Opmaak→Herstel waardestrepen.

                    Zie ook

                    • Notatie over meerdere notenbalken
                    • Bewerkingsmodus
                    • Noteninvoer
                    • Standaard waardestrepen wijzigen

                    Externe links

                    • How beams work
                    • Hoe plaats ik een waardestreep over een rust heen
                    • Hoe plaats ik een waardestreep tussen noten

                    Haken

                      MuseScore bevat haken en een accolade in het Haken palet (geavanceerde werkruimte).

                      Haken palet

                      Bij het maken van een nieuwe partituur met behulp van een sjabloon dan zal MuseScore automatisch de juiste haken plaatsen.

                      Toevoegen

                      Om een haak of accolade toe te voegen aan een systeem gebruik je één van de volgende twee methodes:

                      • Selecteer een maat in de notenbalk waar de haak/accolade moet beginnen en klik op het gewenste icoon in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
                      • Sleep de haak/accolade vanuit het palet naar de notenbalk waar de haak/accolade moet beginnen.

                      Verwijderen

                      • Selecteer de haak en druk op Del.

                      Wijzigen

                      • Sleep het gewenste icoon vanuit het palet naar een bestaande haak/accolade in de partituur.

                      Bewerken

                      Wanneer de een haak toevoegt dan omvat deze maar één notenbalk. Verleng deze als volgt:

                      1. Activeer de bewerkingsmodus.
                      2. Sleep de handgreep naar beneden over de notenbalken die de haak moet omvatten. De handgreep "springt" vanzelf naar de juiste positie, het is dus niet nodig de plaatsing exact te bepalen.

                      Stijl

                      De standaard dikte en afstand van het systeem voor haken en accolades kan worden ingesteld in Opmaak→ Stijl... → Systeem.

                      Systeem haken eigenschappen

                      In het systeem haken gedeelte kun je de eigenschappen voor de haken instellen in de twee vakken aan de linkerzijde en de eigenschappen van de accolades in de twee vakken aan de rechterzijde.

                      Notation types

                      Musescore handle score items differently based on their types. Type of a single selected score item is displayed on the status bar.

                      checktype.png

                      Basics

                      Beginners can make better decision on choosing the correct type by skiming through the handbook, reading the Handboek voor MuseScore 3, the Text types, and the Lijnen chapters.

                      Different types serve distinct purposes. For example, a Text types cannot change a note's pitch. That is, if changing a note's pitch is the purpose, it is wrong to add a Staff Text (a subtype of Musescore Text) and manually enter a sharp or hash (#) symbol into it.

                      Different types anchor differently, which may have impact on program features such as playback or Musescore Part.

                      A score item's type cannot be changed after it is added onto a score.

                      Advanced

                      Advanced users may benefit from knowing that there are two distinct groups,

                      Functional text and symbols are created when the user performs actions such as Sneltoetscombinaties, clicking a toolbar button, or adding an item from the palette. They affect the score semantically in a way that is most useful or makes most sense (check out GitHub and Discord discussions). The Synthesizer creates playback for them. Appropiate Opmaak en lay-out are automatically applied. They are also replaced whenever appropiate, for example adding an accidental sharp # removes the existing flat b .

                      Non-functional ones are found under the Symbols category in the Hoofdpalet. Most features of functional ones listed above are not applicable to them. They are not removed from the score unless the user deliberately do so.

                      There are non-functional versions of most functional items.

                      Some notation are non-functional by design because there is no consensus on musical interpretation yet. Also, the task of implementating every notations' function inside Musescore is impractical due to the fact that some digital resource are not created or maintained by Musescore dev team. This includes historical clefs in the Bravura font by Steinberg and the SMuFL codepoint - glyph definitions, etc.

                      External links

                      Discussion on symbol usage
                      SMuFL
                      Bravura

                      Ademhalingen en pauzes

                        Ademhalingen en pauze markeringen zijn beschikbaar in het Ademhalingen & pauzes palet (geavanceerde werkruimte).

                        Ademhalingen en pauzes palet

                        Symbool toevoegen

                        Om een ademhaling of een pauze (ook bekend als cesuur) aan de partituur toe te voegen gebruik je één van de volgende opties:

                        • Selecteer een noot of een rust en klik op het ademhaling of pauze symbool in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
                        • Sleep het ademhaling of pauze symbool vanuit het palet naar een noot of rust in de partituur.

                        Het symbool wordt na de noot geplaatst. De positie kan worden aangepast door het wijzigen van de X en Y verschuiving in het instellingenoverzicht of in de bewerkingsmodus door gebruik te maken van de pijltjes toetsen.

                        Lengte van de pauze aanpassen

                        Je kunt de lengte van pauze (in seconden) aanpassen voor het toegevoegde symbool in het instellingenoverzicht.

                        Siernoten

                          Een siernoot is een type versiering in de muziek die normaal kleiner wordt weergegeven dan normale (standaard) noten. De korte siernoot of Acciaccatura wordt weergegeven als een kleine noot met een streep door de stok. De lange siernoot of Appoggiatura heeft geen streep.

                          Siernoot maken

                          Siernoten zijn beschikbaar in het "siernoten" palet in de basis of geavanceerde werkruimte.

                          Siernoten palet (geavanceerde werkruimte)

                          Siernoot toevoegen

                          Gebruik hiervoor één van de volgeden methodes:

                          • Selecteer een normale noot en klik op de siernoot in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
                          • Sleep een siernoot symbool vanuit het palet naar een normale noot.
                          • Selecteer een noot en druk op / om een korte siernoot te plaatsen.

                          De siernoot wordt toegevoegd met dezelfde toonhoogte als de normale noot. Om een serie van siernoten toe te voegen aan een normale noot herhaal je bovenstaande instructies zo vaak als nodig. Zie ook Wijzig toonhoogte (hieronder).

                          Opmerking: Wanneer een siernoot wordt toegevoegd aan de partituur dan wordt niet automatisch een boog geplaatst, deze kan separaat worden toegevoegd. Zie Legatobogen.

                          Een akkoord van siernoten toevoegen

                          Siernoot akkoorden worden op dezelfde manier samengesteld als normale akkoorden:

                          1. Voer de eerste noot in van het akkoord zoals hierboven is uitgelegd.
                          2. Selecteer de eerste siernoot en voer de overige noten in voor het akkoord (bv Shift+A...G).

                          Je kunt ook een siernoot akkoord maken door gebruik te maken van de voeg interval toe sneltoets in stap 2: Alt+1...9 voor de intervallen.

                          Wijzig toonhoogte

                          De toonhoogte van een siernoot kan worden aangepast op dezelfde manier als dit voor een normale noot kan worden gedaan.

                          1. Selecteer één of meerdere siernoten
                          2. Wijzig de toonhoogte met de pijltjes toetsen, te weten:
                            • ↑ of ↓ om de toonhoogte te verhogen of te verlagen met een halve toon.
                            • Alt+Shift+↑ of Alt+Shift+↓ om de toonhoogte te verhogen of te verlagen met één stap, volgens de toonsoort.

                          Wijzig lengte/duur

                          Indien je de duur van de ingevoerde siernoot wilt aanpassen dan selecteer je deze en kies je de gewenste duur in de werkbalk of gebruik je de toetsen 1...9 (zie Noteninvoer).

                          Handmatige aanpassing

                          Horizontale positie

                          Gebruik één van de volgende opties om de horizontale ruimte tussen de siernoot en de normale noot aan te passen:

                          • Activeer de bewerkingsmodus voor de siernoot en gebruik de pijl naar links/rechts toetsen voor het verplaatsen naar de gewenste positie.
                          • Selecteer de siernoot en pas de X verschuivingswaarde aan in het akkoord gedeelte van het instellingenoverzicht.

                          Overige aanpassingen

                          Verschillende eigenschappen van de siernoot kunnen worden aangepast in het instellingenoverzicht (zie de "element," "akkoord", and "noot" gedeeltes), zoals verticale positie, grootte, stok eigenschappen, etc. De uitzondering hierop is de "Afstand aan de voorkant", die is alleen van toepassing op normale noten.

                          Externe links

                          • Voorslag op Wikipedia
                          • Appoggiatura op Wikipedia
                          • Acciaccatura op Wikipedia (Engelstalig)

                          Crescendo/decrescendo tekens

                            Crescendo/decrescendo teken toevoegen

                            Crescendo/decrescendo tekens zijn symbolen die gebruikt worden om het geleidelijk verloop van het geluidsniveau in de partituur aan te geven. Er zijn twee varianten: crescendo (luider worden) en decrescendo (zachter worden).

                            Crescendo en decrescendo

                            Om een crescendo/decrescendo teken te maken doe je het volgende:

                            1. Selecteer een bereik van noten of maten.
                            2. Gebruik één van de volgende sneltoetscombinaties:
                              • <: om een crescendo teken te plaatsen.
                              • >: om een decrescendo teken te plaatsen.

                            Als alternatief kunnen de volgende opties worden gebruikt:

                            • Selecteer een bereik van noten of maten en klik op het crescendo/decrescendo teken in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
                            • Sleep crescendo/decrescendo teken vanuit het palet naar de notenbalk.

                            Lengte en hoogte aanpassen

                            Een crescendo/decrescendo teken is een lijn met afspeel eigenschappen en de lengte kan als volgt worden aangepast:

                            1. Activeer de bewerkingsmodus voor het crescendo/decrescendo teken. Klik nu op de eind handgreep die je wilt verplaatsen:

                              Crescendo met handgrepen een verankeringspunten in bewerkingsmodus

                            2. Gebruik één van de volgende sneltoetscombinaties:

                              • Shift+→ om de eindgreep en het ankerpunt met één noot of rust naar rechts te verplaatsen.
                              • Shift+← om de eindgreep en het ankerpunt met één noot of rust naar links te verplaatsen.

                              Met deze methode van verlengen of inkorten blijven de afspeel eigenschappen gewaarborgd kan ook overlopen naar een volgende regel:

                              Crescendo ankerpunt verplaatst

                            3. Om de horizontale positie van een eindgreep aan te passen (zonder daarbij het afspelen te beïnvloeden) gebruik je één van de volgende sneltoetscombinaties:

                              • → om de eindgreep met 0,1 sp naar rechts te verplaatsen.
                              • ← om de eindgreep met 0,1 sp naar links te verplaatsen.
                              • Ctrl+→ (Mac: Cmd+→) om de eindgreep met 1 sp naar rechts te verplaatsen.
                              • Ctrl+← (Mac: Cmd+→) om de eindgreep met 1 sp naar links te verplaatsen.

                            De hoogte van een crescendo/decrescendo teken aanpassen:

                            • Verplaatst de onderste handgreep bij de opening van het teken (het blauwe vierkantje in de afbeelding hieronder):

                            Crescendo/decrescendo teken hoogte aanpassen

                            Cresc. en dim. lijnen

                            Naast crescendo/decrescendo tekens zijn er ook cresc.   _     _     _ en dim.   _     _     _ lijnen met dezelfde functie in het lijnen palet. Je kunt de tekst (indien gewenst) aanpassen in het tekstlijndetails gedeelte van het instellingenoverzicht.

                            Een crescendo/decrescendo teken omzetten in een tekstlijn:

                            • Selecteer het teken en pas het "type" aan in het crescendo/decrescendo-teken gedeelte van het instellingenoverzicht.

                            Crescendo/decrescendo teken kopiëren

                            Vanaf versie 3.1 kan een crescendo/decrescendo teken worden geknipt, gekopieerd en geplakt net zoals een tekst element: zie overzicht van knippen / kopiëren / plakken opdrachten.

                            In versies voor 3.1 kun je een crescendo/decrescendo teken alleen dupliceren: zie lijnen kopiëren.

                            Crescendo/decrescendo teken eigenschappen aanpassen

                            De volgende eigenschappen kunnen worden aangepast in het instellingenoverzicht:

                            • Element: De plaatsing van het teken.
                            • Lijn: De lijn-eigenschappen zoals kleur, dikte en stijl.
                            • Tekstlijn details: Voeg tekst toe en stel de tekst eigenschappen in.
                            • Crescendo/decrescendo-teken:
                              • Type: Wijzig het type van teken: crescendo, decrescendo of tekstlijn.
                              • Cirkel op punt van crescendo/decrescendo: Vink aan om te laten zien.
                              • Hoogte: De breedte van de opening van het teken.
                              • Vervolglijnhoogte: De breedte van het teken aan het einde van een regel voordat deze verder gaat bij het volgende regel.
                              • Plaatsing: Bepaal of het teken boven of onder de notenbalk geplaatst moet worden.
                              • Dynamisch bereik: Bepaal of de afspeel-eigenschappen worden toegepast op de notenbalk, partij (standaard) of systeem.
                              • Geluidssterkte aanpassing: … over de hele lengte van het teken vanaf 0 tot en met 127.
                              • Gebruik dynamiek voor enkele noot (vanaf versie 3.1): Indien aangevinkt (standaard), dan kan het teken de dynamiek van een enkele noot aanpassen indien dit mogelijk is voor het gekozen instrument.
                              • Dynamiek methode (vanaf versie 3.1): Kies de methode die wordt gebruikt voor het aanpassen van de dynamiek: Lineair (standaard), Geleidelijk toe- en afnemen, Geleidelijk toenemen, Geleidelijk afnemen, of Exponentieel.

                            Crescendo/decrescendo afspelen

                            Voor versie 3.1 hebben crescendo en diminuendo tekens/lijnen alleen effect op het afspelen bij de overgang van de ene noot naar de volgende noot, het heeft geen effect op het afspelen van een enkele noot of een serie van gebonden noten.

                            Vanaf versie 3.1 hebben crescendo en diminuendo tekens/lijnen ook invloed op enkele noten en gebonden noten indien het instrument enkele noot dynamiek ondersteund. Een voorbeeld, een piano kan geen crescendo maken op een enkele noot maar een trompet kan dat wel.

                            Standaard hebben crescendo en diminuendo tekens alleen invloed op het afspelen indien er dynamische tekens voor en na het teken worden geplaatst. Als voorbeeld, een crescendo over noten tussen p en f dynamiek zorgt voor het wijzigen van de dynamiek tijdens het afspelen. Echter indien er twee opéénvolgende dynamische tekens zijn geplaatst dan heeft alleen het eerste toepasselijke teken effect. Een diminuendo tussen p en f wordt genegeerd. Indien er twee of meer crescendos tussen p en f staan dan wordt alleen de eerste toegepast.

                            Een crescendo/decrescendo teken kan ook worden gebruikt zonder dynamische tekens door het aanpassen van geluidssterkte waarde in het instellingenoverzicht (waarde in het bereik van 0 tot en met 127).

                            Lijnen

                              Het lijnen palet in de geavanceerde werkruimte bevat de volgende lijnen:

                              Lijnen palet, geavanceerde werkruimte

                              Zoals je kunt zien bevat dit palet: Legatobogen, Crescendo/descrescendo tekens, Volta (herhalings) haken, Octaaf lijnen en nog veel meer.

                              Lijnen toepassen op een partituur

                              De meeste lijnen (behalve legatobogen, Volta (herhalings) haken en de ambitus/toonbereik) kunnen vanuit het palet op de volgende manier worden toegepast:

                              Toepassen op een enkele noot

                              1. Klik op een noot en vervolgens Ctrl+klik op de volgende noot
                              2. Klik op de gewenste lijn in een palet (dubbelklik in versies voor 3.4).

                              Toepassen op de bereik van noten

                              1. Selecteer een bereik van noten.
                              2. Klik op de gewenste lijn in een palet (dubbelklik in versies voor 3.4).

                              Toepassen van een lijn vanaf een noot tot aan het einde van de maat

                              Gebruik één van de volgende methodes:

                              • Klik op een noot en klik op de gewenste lijn in een palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
                              • Sleep de lijn naar de partituur.

                              Toepassen van een lijn over een bereik van maten

                              1. Selecteer één of meerder maten.
                              2. Klik op de gewenste lijn in een palet (dubbelklik in versies voor 3.4).

                              Lijnen en afspeel eigenschappen

                              Sommige lijnen, zoals crescendo/decrescendo tekens, Volta (herhalingen), Ottava's etc. hebben naast de weergave ervan ook een effect op het afspelen. Iedere eindgreep is verbonden met een stippellijn aan een ankerpunt in de notenbalk (zichtbaar in de bewerkingsmodus). Deze ankerpunten geven het bereik aan van het afspeel effect.

                              Verticale positie aanpassen

                              In de normale modus, gebruik je één van de volgende methodes:

                              • Klik op één of meerdere lijnen en pas de verticale verschuiving aan in het instellingenoverzicht.
                              • Klik op een lijn, hou de Shift ingedrukt en sleep deze naar boven/beneden met de muis.

                              Opmerking: Je kunt de verticale positie ook in de bewerkingsmodus aanpassen.

                              Lengte wijzigen

                              Opmerking: De volgende twee methodes verplaatst het einde van lijn en het ankerpunt samen. Dit zorgt ervoor dat het afspelen van de partituur correct wordt uitgevoerd (indien van toepassing) en dat de lijn, indien nodig, kan worden verlengt tussen verschillende systemen.

                              Gebruik sneltoetscombinaties

                              1. Activeer de bewerkingsmodus en klik op een eindgreep.
                              2. Gebruik één van de volgende sneltoetscombinaties:
                                • Shift+→ om het eindgreep en ankerpunt met één noot naar rechts te verplaatsen (of in het geval van een volta (herhaling) één maat).
                                • Shift+← om het eindgreep en ankerpunt met één noot naar links te verplaatsen (of in het geval van een volta (herhaling) één maat).

                              Door te slepen (vanaf versie 3.5)

                              • Klik op de eindgreep van een lijn en sleep deze met de muis.

                              Kleine aanpassing

                              Om een kleine aanpassing te maken aan de eind positie van de lijn zonder de positie van het ankerpunt te wijzigen dan gebruik je één van de volgende methodes:

                              1. Activeer de bewerkingsmodus en klik op een eindgreep.
                              2. Gebruik één van de volgende twee opties:
                                • → verplaats de eindgreep met 0,1 sp (1 sp = één notenbalk ruimte = de afstand tussen twee notenbalklijnen) naar rechts.
                                • ← verplaats de eindgreep met 0,1 sp naar links.
                                • Ctrl+→ (Mac: Cmd+→) verplaats de eindgreep met één sp naar rechts.
                                • Ctrl+← (Mac: Cmd+→) verplaats de eindgreep met één sp naar links.

                              Tekstlijnen

                              Een tekstlijn is een lijn waar een tekst element aan verbonden is — zoals een volta, ottava, gitaar barre lijn etc.

                              Wanneer je een tekstlijn toevoegt aan de partituur vanuit het palet dan blijven de lijn eigenschappen ongewijzigd maar de tekst eigenschappen kunnen, afhankelijk van de omstandigheden, deze overnemen van de huidige stijl voor de tekstlijn. Voor details, zie gedrag van tekst en lijnen.

                              Lijnen aanpassen

                              Een lijn in de partituur kan worden aangepast middels de eigenschappen in het instellingenoverzicht op de volgende manier:

                              1. Selecteer de lijn.
                              2. Indien er lijnhaken nodig zijn, maak dan een keuze uit begin haak, eind haak en hoogte (in het tekstlijn details gedeelte);
                              3. Om tekst toe te voegen, vink begin tekst, vervolgtekst of eind tekst aan en voer de tekst in het "tekst" vak in:
                                • Begin: Tekst die hier is ingevoerd wordt aan het begin van de lijn geplaatst.
                                • Vervolgtekst: Tekst die hier is ingevoerd wordt geplaatst aan het begin van een vervolglijn.
                                • Eind: Tekst die hier is ingevoerd wordt een het einde van de lijn geplaatst.
                              4. Pas de tekst eigenschappen en uitlijning aan wanneer nodig.
                              5. Pas de Plaatsing: "Boven" of "onder" zorgt dat de tekst op de lijn staat. "Links" plaatst de tekst links van de lijn.
                              6. Maak aanpassingen in de kleur, dikte en stijl (doorgetrokken, stippellijn, etc.) in het lijn gedeelte. Met de optie sta diagonaal toe kun je een diagonale lijn maken door het verslepen van de eindgrepen.
                              7. Om het resultaat voor toekomstig gebruik op te slaan, zie eigen paletten.

                              Lijnen kopiëren

                              Zodra een lijn is toegevoegd aan een partituur dan kan deze niet met de reguliere kopieer en plak procedures worden gekopieerd. Echter je kunt een lijn wel dupliceren in een partituur.

                              • Druk op Ctrl+Shift (Mac: Cmd+Shift) en hou deze ingedrukt, klik nu op de lijn en sleep deze naar de gewenste locatie.

                              Extra mogelijkheden versieringslijnen

                              Om een accent aan een versieringslijn, zoals een triller, toe te voegen selecteer je de lijn en dubbelklik je op het symbool in het articulaties palet.

                              Externe links

                              • Piano pedaal markeringen op Wikipedia (Engelstalig)
                              • Gitaar barre op Wikipedia

                              Maatrusten

                                Hele maatrust

                                Een hele maatrust die in het midden van de maat geplaatst is (zoals hieronder te zien is) wordt gebruikt om aan te geven dat een hele maat (of een stem in de maat) stil is onafhankelijk van de maatsoort.

                                Hele maatrust

                                Maak eén of meerdere maatrusten

                                Gebruik de volgende methode indien de geselecteerde maten "standaard" zijn, dat wil zeggen geen aangepaste maatduur:

                                1 Selecteer een maat of een bereik van maten.
                                2. Druk op Del.

                                Indien één of meerdere maten een aangepaste maatduur hebben, gebruik dan de volgende methode:

                                1. Selecteer een maat of een bereik van maten.
                                2. Druk op Ctrl+Shift+Del (Mac: Cmd+Shift+Del).

                                Maak een hele maatrust in een bepaalde stem

                                1. Voer een rust in voor de stem die de hele maat duurt.
                                2. Zorg dat de rust geselecteerd is en druk dan op Ctrl+Shift+Del (Mac: Cmd+Shift+Del).

                                Meermaatsrusten

                                Meermaatsrusten geven een periode van stilte aan voor een instrument: het aantal maten wordt daarbij aangegeven met een getal boven de notenbalk.

                                Meermaatsrust

                                Meermaatsrusten worden automatisch onderbroken op belangrijke punten zoals: een dubbele maatstreep, repetitietekens, toon- of maatsoort wijzigingen, sectie einden etc. en op plaatsen waarbij is aangegeven dat de meermaatsrust moet worden onderbroken.

                                Meermaatsrusten weergeven

                                Om meermaatsrusten aan of uit te zetten doe je het volgende:

                                • Druk op M.

                                Als alternatief:

                                1. Vanuit het menu, selecteer Opmaak→Stijl....
                                2. Selecteer de "partituur" optie (indien deze nog niet geselecteerd is).
                                3. Plaats een vinkje bij "Maak meermaatsrusten" of haal het vinkje weg. Hier kun je het minimum aantal lege maten instellen die door een meermaatsrust moet worden vervangen (zie ook opmaak en lay-out: partituur).

                                Opmerking: Het is aanbevolen om eerst allen noten in de partituur in te voeren voordat je de meermaatsrust optie aanzet.

                                Meermaatsrust onderbreken

                                Indien je een meermaatsrust wilt onderbreken/verdelen in twee meermaatsrusten dan doe je het volgende:

                                1. Zorg dat de optie om meermaatsrusten weer te geven uit staat (zie hierboven).
                                2. Klik met rechts op de maat waar je de tweede meermaatsrust wilt laten beginnen.
                                3. In het menu, selecteer Maat-eigenschappen en vink de optie "Onderbreek meermaatsrust" aan.

                                Zie ook: Maatbewerkingen: Onderbreek meermaatsrust.

                                Octaaf lijnen

                                  Octaaf (Ottava) lijnen worden gebruikt om aan te geven dat een gedeelte van de muziek één of meer octaven boven of onder de geschreven toonhoogte gespeeld moeten worden. De lijn kan gestippeld of doorgetrokken zijn. Ottava's zijn beschikbaar in het lijnen palet van de basis en geavanceerde werkruimtes.

                                  8─────┐of 8va─────┐: Speel een octaaf hoger dan de geschreven toonhoogte
                                  8─────┘of 8vb─────┘: Speel een octaaf lager dan de geschreven toonhoogte

                                  8va alta/bassa lijnen zijn gebruikelijk in piano muziek maar worden ook gebruikt in andere instrumentale muziek.
                                  1 15ma alta (2 octaven hoger) en 15ma bassa (2 octaven lager) worden ook af en toe gebruikt.

                                  Debussy. Études, Boek II, X

                                  MuseScore past de noten automatisch aan tijdens het afspelen naar de juiste toonhoogte.

                                  Een octaaf lijn toevoegen

                                  Zie lijnen toepassen op een partituur.

                                  En om de verticale positie aan te passen, zie lijnen: verticale positie aanpassen.

                                  Lengte aanpassen

                                  Zie lijnen: lengte wijzigen.

                                  Aangepaste lijnen

                                  Ottava's kunnen net zoals iedere andere lijn worden aangepast. Zie aangepaste lijnen en lijn eigenschappen.

                                  De eigenschappen die specifiek zijn voor octaaf lijnen kunnen worden aangepast in het Ottava gedeelte van het instellingenoverzicht:

                                  • Type: Wijzig de ottava lijn tekst.
                                  • Plaatsing: Bepaal of de lijn "Boven" of "Onder" de notenbalk moet worden geplaatst.
                                  • Alleen nummers: Haal het vinkje weg om zowel het nummer als de tekst te laten zien (bv. "8va"). Plaats een vinkje om alleen het nummer te laten zien (bv. "8").

                                  Externe links

                                  • Octaaf op Wikipedia

                                  1. Gerou/Lusk. Essential Dictionary of Music Notation (Internet Archive). ↩︎

                                  Legatobogen

                                    Een legatoboog is een gebogen lijn tussen twee of meerdere noten om aan te geven dat deze legato (zonder onderbreking) gespeeld moeten worden. Niet te verwarren met overbindingen waarmee twee noten die dezelfde toonhoogte hebben worden verbonden.

                                    Er zijn verschillende manieren om een legatoboog aan een partituur toe te voegen welke gebruikt kunnen afhankelijk van de context (een legatoboog kan ook vanuit het lijnen palet worden toegevoegd maar is niet aanbevolen).

                                    Legatoboog in noteninvoermodus toevoegen

                                    1. In de noteninvoermodus, plaats de eerste noot van de legato sectie.
                                    2. Druk op S om de legato sectie te beginnen.
                                    3. Voer de overige noten in die deel uitmaken van de legato sectie.
                                    4. Druk weer op S om de legato sectie te beëindigen.

                                    Legatoboog in normale modus toevoegen

                                    Methode 1

                                    1. Zorg dat je in de normale modus bent.
                                    2. Selecteer de noot waar je de legato boog wilt beginnen.

                                      Eerste noot geselecteerd

                                    3. Druk op S om een legatoboog toe te voegen die tot de volgende noot duurt.

                                      Legatoboog naar de volgende noot

                                    4. (Optioneel) Hou de Shift ingedrukt en druk op → (pijl naar rechts toets) om de legatoboog naar de volgende noot uit te breiden. Herhaal dit indien nodig.

                                      Legatoboog over drie noten

                                    5. (Optioneel) Druk op X om de legatoboog van richting te wisselen.

                                      Legatoboog boven de nootstokken

                                    6. Druk op Esc om de bewerkingsmodus te verlaten.

                                      Legatoboog niet meer in bewerkingsmodus

                                    Methode 2

                                    1. Zorg dat je in de normale modus bent.
                                    2. Selecteer de noot waar je de legato boog wilt beginnen.
                                    3. Kies één van de volgende opties:
                                      • Legatoboog alleen aan één stem toevoegen: Hou de Ctrl (⌘ voor Mac) ingedrukt en selecteer de laatste noot van de legatoboog.
                                      • Legatoboog aan alle stemmen toevoegen: Hou de Shift (⌘ voor Mac) ingedrukt en selecteer de laatste noot van de legatoboog.
                                    4. Druk op S.

                                    Legatoboog aanpassen

                                    Als je alleen de positie van een legatoboog wilt aanpassen dan doe je het volgende:

                                    1. Selecteer de legatoboog.
                                    2. Gebruik één van de volgende methodes:
                                      • Sleep de legatoboog.
                                      • Pas de horizontale en verticale verschuiving aan in het instellingenoverzicht.

                                    Om alle eigenschappen van de legatoboog aan te passen (lengte, vorm en positie) doe je:

                                    1. Zorg dat je niet in de noteninvoermodus bent.
                                    2. Activeer de bewerkingsmodus voor de legatoboog.
                                    3. Klik op een handgreep om deze te selecteren of gebruik Tab om te wisselen tussen de handgrepen.
                                    4. Om de linker en rechter handgreep van de ene noot naar de andere te verplaatsen gebruik je de volgende sneltoetscombinaties:
                                      • Shift+→: Verplaats naar de volgende noot.
                                      • Shift+←: Verplaats naar de vorige noot.
                                      • Shift+↑: Verplaats naar een lagere stem (stem 2 naar stem 1 etc.).
                                      • Shift+↓: Verplaats naar een hogere stem (stem 1 naar stem 2 etc.).
                                    5. Pas de positie van een willekeurig handgreep als volgt aan:
                                      • Sleep de handgreep.
                                      • Gebruik de pijltjestoetsen voor nauwkeurige aanpassing (0,1 sp. per stap).Voor grotere aanpassingen (1 sp. per stap) gebruik je Ctrl+→ ← ↑ ↓.
                                    6. Druk op Esc om de bewerkingsmodus te verlaten.

                                    Opmerking: De twee buitenste handgrepen passen het begin en einde van de legatoboog aan, terwijl de drie handgrepen bij de boog de vorm aanpassen. De middelste handgreep op de rechte lijn wordt gebruikt om de hele legatoboog naar boven/beneden/links/rechts te verplaatsen.

                                    Uitgebreide legatoboog

                                    Een legatoboog kan over meerdere regels en pagina's worden geplaatst. Het begin en eindpunt van een legatoboog is verankerd aan een noot/akkoord of rust. Indien de positie van de noten wordt aangepast door wijzigingen in de opmaak, uitrekking of stijl, dan verplaatst de legatoboog zich ook en wordt het formaat aangepast.

                                    In dit voorbeeld is een legatoboog te zien die van de bas naar viool sleutel loopt. Gebruik de muis om de eerste noot van de legatoboog te selecteren, hou de Ctrl (Mac: Cmd) ingedrukt, selecteer de laatste noot van de legatoboog en druk op S om de legatoboog toe te voegen.

                                    Legatoboog over meerdere notenbalken

                                    X veranderd de richting van een geselecteerde legatoboog.

                                    Gestippelde legatobogen

                                    Gestippelde legatobogen worden soms gebruikt in liedjes waar de aanwezigheid van de legatoboog varieert tussen coupletten. Gestippelde legatobogen worden ook gebruik om een suggestie van de arrangeur aan te geven (ten opzicht van de oorspronkelijke markeringen van de componist). Om een bestaande legatoboog te wijzigen in een gestippelde of gestreepte legatoboog, selecteer deze en wijzig het Lijn type van Doorgetrokken lijn naar Stippellijn of Streeplijn of Breed gestreept in het instellingenoverzicht (F8).

                                    Zie ook

                                    • Overbinding
                                    • Bewerkingsmodus
                                    • Noteninvoer

                                    Overbindingen

                                      Een overbinding is een gebogen lijn tussen twee noten met dezelfde toonhoogte waarmee wordt aangegeven dat deze als één gecombineerde noot (zie externe links hieronder). Overbindingen worden normaal gesproken gemaakt tussen naast elkaar liggende noten in dezelfde stem maar in MuseScore kan ook een overbinding gemaakt worden tussen noten die niet naast elkaar liggen en tussen noten in verschillende stemmen.

                                      In de noteninvoermodus kun je de overbinding direct maken na het invoeren van een noot of akkoord. Het programma zal dan automatisch de bijbehorende noten genereren die bij de overbinding horen. Of je kunt de overbinding eenvoudig weg maken nadat de noten geplaatst zijn.

                                      Opmerking: Overbindingen, die noten van dezelfde toonhoogte verbinden, moeten niet worden verward met legatobogen die noten van verschillende toonhoogtes verbind om aan te geven dat de noten legato gespeeld moet worden.

                                      Overbinding toevoegen in noteninvoermodus

                                      Met de volgende opdracth wordt een identiek akkoord toegevoegd aan het geselecteerde akkoord.

                                      1. Zorg dat er een noot geselecteerd is (dwz. gemarkeerd). Dit kan een enkele noot zijn of een deel van een akkoord.
                                      2. Selecteer, indien nodig, de gewenste nootduur voor de volgende noot/noten (zie de "Opmerking" hieronder).
                                      3. Druk op + of de overbindingsknop overbindingsknop.

                                      Opmerking: Deze optie werkt alleen zoals hierboven beschreven wanneer er geen akkoord volgt op de geselecteerd noot. Indien er al wel een akkoord staat dan wordt de nootduur genegeerd en wordt een overgebonden noot toegevoegd aan het akkoord.

                                      Overbinding toevoegen in normale modus

                                      Methode 1

                                      1. Selecteer één of meerdere nootkoppen van het "begin" akkoord.

                                        Eerste noot geselecteerd

                                      2. Druk op + of de overbindingsknop overbindingsknop in de werkbalk:

                                        Overbinding naar de naast gelegen noot

                                      De overbinding wordt gemaakt tussen de geselecteerde noot/noten en de daarop volgende noot/noten met dezelfde toonhoogte.

                                      Vanaf MuseScore versie 3.3.3 is het mogelijk om met deze opdracht ook te gebruiken om de overbinding te verwijderen.

                                      Methode 2

                                      Met deze methode wordt de overbinding gemaakt voor alle noten in het "begin" akkoord (waar mogelijk):

                                      1. Selecteer de stok van het "begin" akkoord.
                                      2. Druk op + of de overbindingsknop overbindingsknop in de werkbalk.

                                      De overbinding wordt gemaakt tussen alle noten van het geselecteerd akkoord en de daarop volgende noten met dezelfde toonhoogte.

                                      Vanaf MuseScore versie 3.3.3 is het mogelijk om met deze opdracht ook te gebruiken om de overbinding te verwijderen.

                                      Extra gebonden noten toevoegen aan een overgebonden akkoord

                                      Soms wil je aan een bestaand overgebonden akkoord één of meer extra gebonden noten toevoegen. In dit geval wordt een andere functie gebruikt. Bijvoorbeeld:

                                      gebonden noten
                                      1. Voeg de extra noot/noten toe aan het eerste akkoord.
                                      extra noten zonder binding
                                      2. In de noteninvoermodus, terwijl één van de noten in het eerste akkoord geselecteerd is, druk je op Alt++. De extra noten worden hiermee toegevoegd aan het volgende akkoord en ze worden gebonden.
                                      extra noten gebonden

                                      Overbinding toevoegen aan unisono noten

                                      Een speciale oplossing is nodig om overbindingen te maken tussen unisono noten:

                                      1. Voer de eerste noot op de normale manier in
                                      2. Voer de extra unisono noten in met een interval anders dan unisono: bv. 2e, 3e, 4e, etc.
                                      3. Maak een gebonden akkoord (zoals hierboven beschreven):
                                        gebonden niet unisono noten
                                      4. Verplaats nu de unisono noot/noten naar de juiste positie.
                                        gebonden unisono noten

                                      Overbinding omkeren

                                      X wijzigt de plaatsing van de geselecteerde overbinding van boven de noot naar onder de noot en visa versa.

                                      Zie ook

                                      Legatobogen

                                      Externe links

                                      • Hoe maak je een overbinding naar een hokje 2
                                      • Overbinding op Wikipedia

                                      Tremolos

                                        Een tremolo is een snelle herhaling van een noot of akkoord or een snelle wisseling tussen twee noten of akkoorden. Tremolo symbolen zijn beschikbaar in het Tremolo palet in de geavanceerde werkruimte. Zowel de enkele als afwisselende noot tremolo's zijn mogelijk.

                                        Tremolo palet

                                        Een tremolo voor één noot of akkoord wordt aangegeven middels strepen door de stok van de noot of het akkoord (of boven/onder in het geval van een hele noot).
                                        Als voorbeeld:
                                        tremolo_1.png

                                        Bij een tremolo tussen twee noten of akkoorden worden er balken tussen de noten geplaatst.
                                        Als voorbeeld:
                                        tremolo_2.png

                                        Tremolo symbolen worden ook gebruikt om drum roffels aan te geven.

                                        Tremolo toevoegen

                                        Enkele noot/akkoord tremolo

                                        1. Voor een enkele noot, selecteer de noot. Voor een akkoord, selecteer een noot in het akkoord
                                        2. Klik op het gewenste symbool in het tremolo palet (dubbelklik in versies voor 3.4).

                                        Als alternatief kun je ook het tremolo symbool naar de gewenste noot slepen.

                                        Twee noten/akkoorden tremolo

                                        1. Voor alle noten in met de helft van de duur van de totale lengte.
                                        2. Voor een enkele noot, selecteer de eerste noot van het paar. Voor een akkoord, selecteer een noot in het eerste akkoord.
                                        3. Klik het gewenste symbool in het tremolo palet (dubbelklik in versies voor 3.4).

                                        Als alternatief kun je ook het tremolo symbool naar de gewenste noot slepen.

                                        Voorbeeld: Om een tremolo tussen twee noten in te voeren met de duur van een halve noot, voor je twee normale kwartnoten in. Na het toevoegen van het tremolo symbool aan de eerste noot, worden de nootwaarden automatisch verdubbeld tot halve noten.

                                        Externe links

                                        • Tremolo op Wikipedia
                                        • How to create 'old style' and other special tremolos? (MuseScore HowTo)

                                        Antimetrische figuren

                                          Antimetrische figuren worden gebruikt om ritmes te schrijven die normaal gesproken niet in de maatsoort passen. Als voorbeeld, een triool die bestaat uit drie noten in de tijd van twee:

                                          Triool

                                          En een duool die bestaat uit twee noten in de tijd van drie:

                                          Duool

                                          Een antimetrisch figuur maken

                                          De exacte methode van het invoeren van een antimetrisch figuur hangt af of je begint in de noteninvoermodus of de normale modus.
                                          Laten we beginnen met een eenvoudig voorbeeld: het maken van een triool van achtste noten.

                                          Een triool maken in de normale modus

                                          1. Selecteer een noot of rust die de volledige duur omvat van de gewenste triool. In het geval van een triool van achtste noten dien je een kwart noot of rust te selecteren zoals in het voorbeeld hieronder te zien is:

                                            Kwartnoot geselecteerd

                                          2. Druk op de sneltoetscombinatie voor een triool Ctrl+3 (Mac: Cmd+3). Als alternatief gebruik je het menu, Voeg toe→Antimetrische figuren→Triool. Dit geeft het volgende resultaat:

                                            Achtste triool met rusten

                                          3. Het programma schakelt automatisch om naar de noteninvoermodus een kiest de meest geschikte duur, in dit geval een achtste noot. Voer nu de gewenste noten/rusten in. Bijvoorbeeld:

                                            Drie achtsten triool

                                          Een triool maken in de noteninvoermodus

                                          1. Zorg dat de noteninvoermodus actief is (druk op N).
                                          2. Ga naar de noot/rust (of lege maat) waar de triool moet beginnen (hierbij kunnen de pijl naar link/rechts toetsen gebruikt worden).
                                          3. Kies de duur van het hele antimetrische figuur. In het geval van een achtste triool klik je op de kwartnoot in de werkbalk (of druk je op 5 van het toetsenbord).
                                          4. Gebruik nu de sneltoetscombinatie voor triool Ctrl+3 (Mac: Cmd+3), als alternatief gebruik je het menu Voeg toe→Antimetrische figuren→Triool. Dit maakt een antimetrisch figuur getal/haak en verdeelt de oorspronkelijk noot (zie afbeelding hierboven).
                                          5. Het programma kiest automatisch de meest toepasselijke duur, in dit voorbeeld een achtste noot, waarmee je meteen kunt beginnen met het invoeren van de noten/rusten.

                                          Andere antimetrische figuren maken

                                          Om andere antimetrische figuren te maken vervang je één van de volgende opdrachten in de stappen zoals hierboven omschreven:

                                          • Druk op Ctrl+2–9 (Mac: Cmd+2–9). 2 voor een duool, 3 voor een triool, etc.
                                          • Vanuit het menu, selecteer Voeg toe→Antimetrische figuren en klik op de gewenste optie.

                                          Voor meer ingewikkelde gevallen, zie hieronder.

                                          Aangepaste antimetrische figuren

                                          Om een ander antimetrisch figuur te maken dan met de standaard opties (bv een 13 zestiende noten op de plaats van een kwartnoot) doe je het volgende:

                                          1. In de noteninvoermodus, selecteer een noot lengte die de totale duur omvat van het antimetrisch figuur of in de normale modus, selecteer een noot of rust met de gewenste totale lengte.
                                          2. Open het Maak een antimetrisch figuur venster vanuit het menu: Voeg toe→Antimetrische figuren→Andere...
                                          3. Selecteer de gewenste verhouding (bv. 13/4 voor dertien zestiende noten in de tijd van een kwartnoot) in de "verhouding" in het "type" gedeelte. Bepaal de "getal" en "haak" instellingen in het "Uitvoeringsvorm" gedeelte.

                                            Maak een antimetrisch figuur venster

                                          4. Klik OK om het venster te sluiten.

                                            Dertiende triool in de tijd van één kwartnoot

                                          5. Voer de gewenste serie van noten/rusten in.

                                          Triool voorbeelden

                                          Triool voorbeelden

                                          Antimetrisch figuur verwijderen

                                          Gebruik hiervoor één van de volgende mogelijkheden:

                                          • Selecteer het getal of de haak en druk op Del.
                                          • Selecteer het hele antimetrische figuur, gebruik hiervoor de shift + klik methode en druk op Del.
                                          • Selecteer een element van het antimetrische figuur, klik vervolgens op de Antimetrisch figuur knop rechts onder in het instellingenoverzicht en druk op Del.

                                          Wijzig de weergave van antimetrische figuren

                                          Via het instellingenoverzicht

                                          Om de weergave eigenschappen van antimetrische figuren in de partituur aan te passen, selecteer je het antimetrische figuur getal of haak en pas je de gewenste eigenschappen aan in het "Antimetrisch figuur" gedeelte van het instellingenoverzicht:

                                          Antimetrische figuur eigenschappen in het instellingenoverzicht

                                          • Richting: Automatisch plaats het getal en haak op de standaard positie. Omhoog plaatst de haak altijd boven de nootkoppen. Omlaag plaatst de haak altijd onder de nootkoppen.
                                          • Nummertype: Kies uit Getal, Ratio (verhouding) of Geen.
                                          • Haaktype: Automatisch verbergt de haak voor noten met waardestrepen en laat de haak zien indien het antimetrische figuur noten/rusten bevat zonder waardestrepen. Haak laat de haak altijd zien en Geen verbergt de haak altijd.

                                          Via de antimetrische figuur stijl

                                          Om aanpassingen te maken aan het weergeven van alle antimetrische figuren in de partituur, kies je vanuit het menu: Opmaak → Stijl...→Antimetrische figuren.

                                          De onderstaande legenda laat een aantal van de eigenschappen zien die kunnen worden aangepast in het antimetrische figuur stijl venster:

                                          Antimetrisch figuur legenda

                                          (2) Verticale afstand van de stok.
                                          (3) Verticale afstand van de nootkop.
                                          (5) Afstand voor de stok van de eerste noot.
                                          (6) Afstand na de stok van de laatste noot.

                                          Externe links

                                          • Hoe maak je triolen en andere antimetrische figuren
                                          • Hoe maak je niet-standaard antimetrische figuren
                                          • Hoe maak je triolen en andere antimetrische figuren over verschillende maten
                                          • Antimetrisch figuur op Wikipedia
                                          • De gebruikershandleiding voor antimetrische figuren in MuseScore [Engelstalige video]

                                          Herhalingen en sprongen

                                            Eenvoudige herhalingen

                                            Eenvoudige herhalingen kunnen worden gemaakt door het plaatsen van een start en een einde herhaling maatstreep aan het begin en het einde van een passage. Deze kunnen worden toegevoegd vanuit het maatstrepen of herhalingen & sprongen palet.

                                            Eenvoudige herhaling

                                            Opmerking: Indien de start van een herhaling samenvalt met het begin van het stuk of sectie dan kan de start maatstreep, indien gewenst, worden weggelaten. Evenzo kan een einde herhaling maatstreep worden weggelaten aan het einde van de partituur of sectie.

                                            Eenvoudige herhaling aan het begin

                                            1ste en 2de einden

                                            Maak eerst een eenvoudig herhaling (zoals hierboven aangeven) en voeg vervolgens de eerste en twee einden toe, zie Volta's (1ste en 2de einden).

                                            Afspelen

                                            Herhalingen afspelen aan-/uitzetten

                                            • Gebruik de knop "Laat herhalingen horen" in de werkbalk.

                                            Afspelen van de herhalingen aanpassen

                                            Eenvoudige herhalingen zoals hierboven zijn weergegeven en "1, 2" volta secties spelen normaal gesproken goed af zonder aanpassing. Voor meer complexe herhalingen kan het nodig zijn aanpassingen te maken, dit gaat als volgt:

                                            1. Zorg dat de begin en einde maatstreep correct geplaatst is. Zorg dat iedere volta sectie, behalve de laatste, eindigt met een einde herhalingsmaatstreep bij het gebruik van volta secties.
                                            2. Voor een eenvoudige herhaling waarbij het gewenst is om meer dan één keer te herhalen, klik met rechts op de maat met de einde herhalingsmaatstreep en kies Maat-eigenschappen. Wijzig Aantal keren afspelen in het aantal keren dat de sectie moet worden afgespeeld.
                                            3. Voor een complexe volta sectie zoals te zien is in de afbeelding:
                                              Volta voorbeeld
                                              Zorg dat de volta "herhaal lijst" goed is ingesteld (zie Volta eigenschappen. Klik met rechts op de maat met de einde herhalingsmaatstreep en kies Maat-eigenschappen. Wijzig Aantal keren afspelen zodat dit één meer is dan het aantal aangegeven in de volta "herhaal lijst". In dit voorbeeld staat er 5, dus moet "Aantal keren afspelen" op 6 worden gezet.

                                            Herhalingssymbolen en teksten

                                            Tekst en symbolen gerelateerd aan herhalingen zijn te vinden in het "Herhalingen & sprongen" palet (in de basis en geavanceerde werkruimtes). Dit palet bevat:

                                            • Symbolen voor maatherhalingen, segno, segno variant, coda en coda variant
                                            • D.S., D.C., al Coda, al Fine, To Coda en Fine tekst
                                            • Herhalingsmaatstrepen

                                            Herhalingen & sprongen palet

                                            Om een herhalingssymbool aan de partituur toe te voegen gebruik je één van de volgende mogelijkheden:

                                            • Selecteer een maat en klik op het gewenste herhalingssymbool in het palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
                                            • Sleep een herhalingssymbool vanuit het palet naar (niet erboven, maar er op) de maat (de maat veranderd hierbij van kleur).

                                            Sprongen

                                            Sprongen zijn symbolen in de partituur die de muzikant (en het afspelen) informeren dat deze bij de markering (zie hieronder) verder moet gaan. Sprongen omvatten verschillende varianten van D.C. (Da Capo) en D.S. (Dal Segno) teksten.

                                            Correct afspelen van sprongen instellen:

                                            • Zorg dat de knop "Laat herhalingen horen" geselecteerd is. Dit is een aan/uit knop, je kunt het afspelen hier ook mee uitschakelen.
                                            • Na de sprong zullen de eenvoudige herhalingen alleen voor de laatste keer worden afgespeeld. Indien je deze herhalingen volledig wilt afspelen, doe je het volgende:
                                              1. Selecteer het spring symbool.
                                              2. Vink "Speel de herhalingen" aan in het "Spring" gedeelte van het instellingenoverzicht.

                                            Opmerking: Sprongen worden pas uitgevoerd nadat alle eenvoudige herhaling in de sectie zijn afgespeeld.

                                            Indien je op een sprong klikt dan worden er een aantal tekstvakken en een selectievakje weergegeven in het spring gedeelte van het instellingenoverzicht. Deze hebben het volgende effect op het afspelen:

                                            • Spring naar: Afspelen gaat verder bij de markering met hetzelfde "Label" als de "Spring naar" optie.
                                            • Afspelen tot: Afspelen wordt uitgevoerd totdat het de markering met hetzelfde "Label" als de "Afspelen tot" optie.
                                            • Ga verder bij: Afspelen gaat verder bij de markering met hetzelfde "Label" als de "Ga verder bij" optie.
                                            • Speel de herhalingen: Indien aangevinkt dan worden de herhalingen na D.C. (Da Capo) of D.S. (Dal Segno) sprong ook afgespeeld. Indien deze optie niet gekozen is dan worden eenvoudige herhalingen niet afgespeeld na de sprong en werkt het afspelen alsof het de laatste keer is dat de herhaling wordt gespeeld.

                                            Opmerking: De teksten start en eind refereren naar het begin en einde van de partituur of sectie. Deze zijn vanzelfsprekend en hoeven niet door de gebruiker te worden toegevoegd.

                                            Markeringen

                                            Markeringen zijn plaatsen waarnaar de sprongen refereren. De lijst met markeringen (naast de vanzelfsprekende "start" en "eind") zijn:

                                            • Segno: Segno (label: segno)
                                            • Segno variant: Segno variant (label: varsegno)
                                            • Coda: Coda (label: codab)
                                            • Coda variant: Coda variant (label: varcoda)
                                            • Fine: (label: fine)
                                            • To Coda: (label: coda)

                                            Wanneer je op een markering klikt dan zijn de volgende eigenschappen beschikbaar in het herhalingsteken gedeelte van het instellingenoverzicht:

                                            • Herhalingstekentype: Dit kan gewijzigd worden door een keuze te maken uit de lijst, indien nodig.
                                            • Label: Dit is het label (de optie) die gekoppeld is aan de markering. Zie ook: sprongen (hierboven).

                                            Voorbeelden van sprongen

                                            • Da Capo (D.C.): Bij het "D.C." symbool gaat het afspelen terug naar start (label start) en speelt de hele partituur of sectie nog eens tot aan het einde (label eind).
                                            • Da Capo (D.C.) al Fine: Bij het "D.C. al Fine" symbool gaat het afspelen terug naar start (label start) en speelt de partituur af tot aan Fine (label fine).
                                            • Dal Segno (D.S.) al Fine: Bij het "D.S. al Fine" symbool gaat het afspelen verder bij het Segno symbool (label segno) en speelt tot aan Fine (label fine).
                                            • Dal Segno (D.S.) al Coda: Bij het "D.S. al Coda" symbool gaat het afspelen verder bij het Segno symbool (label segno) en speelt dan tot aan het To Coda (label coda). Het afspelen gaat vervolgens verder bij het Coda symbool (label codab).

                                            Opmerking: De eigenschappen (b.v. de label namen) van de sprongen en markeringstekens kunnen worden ingesteld in het instellingenoverzicht. Je dient deze aan te passen indien je gebruik maakt van meerdere sprongen en markeringen.

                                            Zie ook

                                            • Maatstrepen
                                            • Volta (1ste en 2de einden)

                                            Externe links

                                            • Video handleiding: MuseScore in Minuten: Les 9 - Herhalingen en einden, deel 2
                                            • Hoe maak je een coda los van de rest van de partituur
                                            • Hoe gebruik je sprongen en herhalingen

                                            Volta's (1ste en 2de einden)

                                              Volta haken of eerste en tweede einde haken zijn lijnen die worden gebruikt om verschillende einden aan te geven voor een eenvoudige herhaling.

                                              Voorbeeld eerste en tweede einde

                                              Een volta toevoegen aan de partituur

                                              Gebruik één van de volgende methodes:

                                              • Selecteer een maat of een bereik van maten en klik op het Volta icoon in het lijnen palet (dubbelklik in versies voor 3.4).
                                              • Sleep de volta vanuit het lijnen palet naar een maat en pas de lengte, indien nodig, aan (zie hieronder).

                                              Wijzig het aantal maten dat de volta omvat

                                              1. Activeer de bewerkingsmodus voor de volta. De eind handgreep wordt automatisch geselecteerd.
                                              2. Druk op Shift+→ om de eindgreep één maat vooruit te plaatsen. Druk op Shift+← om de eindgreep één maat terug te plaatsen. Herhaal dit zo vaak als nodig.

                                              Opmerking: Wanneer je een begin of eind handgreep selecteert, verschijnt er een stippellijn die deze verbindt met een ankerpunt op de notenbalk (zie afbeelding hieronder). Dit anker toont de positie van de afspeel start/eind punten van de Volta. De Shift opdrachten wijzigen het ankerpunt zodat het afspelen altijd synchroon blijft met de visuele start/eind punten. Gebruik andere toetsenbordpijltjes opdrachten of versleep de handgrepen met de muis om fijne aanpassingen aan de visuele start- of eindpunten te maken zonder het afspelen te beïnvloeden.

                                              Tweede einde volta in bewerkingsmodus

                                              Volta eigenschappen

                                              Om de volta tekst aan te passen doe je het volgende:

                                              • Selecteer de volta en bewerk de eigenschappen in het Tekstlijn details gedeelte van het instellingenoverzicht.

                                                Volta tekstlijn details in het instellingenoverzicht

                                              Specificeer de volgorde van herhalingen:

                                              • Selecteer de volta en type een nummer of volgorde van nummers gescheiden door komma's in de "Herhalingslijst" (Volta gedeelte van het instellingenoverzicht) in zoals de volta moet worden afgespeeld.

                                              Als voorbeeld, een eerste einde heeft het nummer "1", een tweede einde het nummer "2" enzovoort. Meer complexe herhalingen zijn ook mogelijk: b.v. een "Herhalingslijst" met de volgende inhoud "1, 2, 4, 5, 7" geeft aan dat de volta gespeeld moet worden bij de 1e, 2e, 4e, 5e en 7e herhaling.

                                              Opmerking: Ieder volta sectie, behalve de laatste, moet eindigen met een eind herhalings maatstreep.

                                              Opmerking: Houd er rekening mee dat er altijd naar de herhaling wordt verwezen in vergelijking met het startpunt (ofwel de meest recente maat voor de herhaling van de start of het begin van de huidige sectie).

                                              Afspelen

                                              Soms moet een herhaling meer dan twee keer worden gespeeld. Indien je het aantal keer dat MuseScore een herhaling speelt wilt aanpassen dan ga je naar de maat waarin het einde herhalingsteken maatstreep staat en pas je het "Aantal keren afspelen" in de maat-eigenschappen aan. Zie Maatbewerkingen: Overige eigenschappen.

                                              Aantal keren afspelen

                                              Het aantal keren afspelen voor de maat met de einde herhaling maatstreep moet één hoger worden ingesteld dan het aantal keren dat de maat moet worden afgespeeld.

                                              Stel je hebt de volgende partituur:
                                              |: m1 | m2 | (volta 1,3,4) m3 | m4 :| (volta 2,5) m5 | m6 :| (volta 6) m7 | m8 | m9 ||
                                              Maat 4 moet het aantal keren afspelen ingesteld hebben op 4
                                              Maat 6 moet het aantal keren afspelen ingesteld hebben op 3

                                              Externe links

                                              • Video handleiding: MuseScore in Minuten, Les 8: Herhalingen en einden, deel 1
                                              • Hoe maak je een overbinding naar een 2de einde

                                              Transponeren

                                                Transponeren is het verhogen of verlagen van de toonhoogte van een selectie van noten met dezelfde interval. Je kunt noten handmatig transponeren of gebruik maken van het transponeer venster.

                                                Handmatig transponeren

                                                1. Selecteer de noten die je wilt transponeren.
                                                2. Gebruik één van de volgende opties:
                                                  • Chromatisch transponeren: Druk op ↑ of ↓. Herhaal indien nodig.
                                                  • Diatonisch transponeren: Druk op Alt + Shift + ↑ of ↓. Herhaal indien nodig.
                                                  • Heel octaaf transponeren: Druk op Ctrl + ↑ of ↓ (Mac: Cmd + ↑ of ↓).

                                                Automatisch transponeren

                                                Met MuseScore's transponeer venster heb je verschillende opties om noten te transponeren.

                                                Transponeer venster

                                                Opmerking: Standaard kun je dit venster openen vanuit het gereedschappen menu maar je kunt er ook een sneltoetscombinatie aan toewijzen (zie voorkeuren).

                                                Chromatisch transponeren

                                                Op toonsoort

                                                Noten omhoog of omlaag transponeren naar de dichtsbij zijnde toonsoort:

                                                1. Selecteer de noten die je wilt transponeren. Indien er geen selectie is gemaakt dan worden alle noten getransponeerd.
                                                2. Vanuit het menu, kies Gereedschappen → Transponeer....
                                                3. Zorg dat "Transponeer chromatisch" en "Op toonsoort" is geselecteerd.
                                                4. Indien nodig, plaats een vinkje bij "Transponeer toonsoorten" en "Transponeer akkoordsymbolen" of haal deze weg.
                                                5. Kies voor "Dichtsbij zijnde", "Omhoog" of "Omlaag" en selecteer de gewenste toonsoort uit de lijst.
                                                6. Klik op OK.
                                                Op interval

                                                Noten in stappen van halve tonen omhoog of omlaag transponeren:

                                                1. Selecteer de noten die je wilt transponeren. Indien er geen selectie is gemaakt dan worden alle noten getransponeerd.
                                                2. Vanuit het menu, kies Gereedschappen → Transponeer....
                                                3. Zorg dat "Transponeer chromatisch" en "Op interval" is geselecteerd.
                                                4. Indien nodig, plaats een vinkje bij "Transponeer toonsoorten" en "Transponeer akkoordsymbolen" of haal deze weg.
                                                5. Kies voor "Omhoog" of "Omlaag" en selecteer de gewenste transpositie interval uit de lijst.
                                                6. Klik op OK.

                                                Diatonisch transponeren

                                                Noten omhoog of omlaag transponeren met een diatonisch interval:

                                                1. Selecteer de noten die je wilt transponeren. Indien er geen selectie is gemaakt dan worden alle noten getransponeerd.
                                                2. Vanuit het menu, kies Gereedschappen → Transponeer....
                                                3. Zorg dat "Transponeer diatonisch" is geselecteerd.
                                                4. Indien nodig, plaats een vinkje bij "Transponeer toonsoorten" en "Transponeer akkoordsymbolen" of haal deze weg.
                                                5. Kies voor "Omhoog" of "Omlaag" en selecteer de gewenste transpositie interval uit de lijst.
                                                6. Klik op OK.

                                                Opties

                                                Er zijn twee opties beschikbaar voor zowel het chromatisch als het diatonisch transponeren in het Opties gedeelte:

                                                • Transponeer akkoord symbolen, indien gewenst.
                                                • En de keuze optie Gebruik dubbele ♯ en ♭ of Alleen enkele ♯ and ♭

                                                Transponerende instrumenten

                                                Transponerende instrumenten, zoals de bes trompet of es alt sax, klinken lager of hoger dan de geschreven toonhoogte. MuseScore bevat een aantal functies om muziek te schrijven voor deze instrumenten.

                                                Werkelijke toonhoogte

                                                Standaard laat MuseScore's de genoteerde muziek in de geschreven toonhoogte zien maar je kunt ervoor kiezen om de muziek in werkelijke toonhoogte weer te geven. In de laatste modus komt de notatie van alle instrumenten overeen met de toonhoogtes die te horen zijn tijdens het afspelen.

                                                • Wijzig de weergave naar werkelijke toonhoogte: Druk op de Werkelijke toonhoogte knop in de werkbalk om deze te activeren.

                                                Je dient ervoor te zorgen dat de Werkelijke toonhoogte knop is uitgeschakeld voor het afdrukken van de partituur of partijen.

                                                Wijzig notenbalk transpositie

                                                De transponerende instrument zijn reeds ingesteld in MuseScore, echter indien je een zeldzaam instrument gebruikt of een transpositie die niet beschikbaar is in MuseScore dan kun je de transpositie van het instrument handmatig aanpassen.

                                                1. Klik met rechts op een leeg gedeelte van de notenbalk voor het instrument en selecteer Notenbalk/partij-eigenschappen....
                                                2. Onderaan dit venster kan de transpositie interval, de octavering en of de interval "Omhoog" (klinkt hoger dan geschreven) of "Omlaag" (klinkt lager dan geschreven) is bepaald worden.

                                                Je kunt ook gebruik maken van de Verander instrument… knop in dit venster om automatisch de transpositie aan te passen naar een ander standaard instrument.

                                                Externe links

                                                • Hoe te transponeren
                                                • Werkelijk toonhoogte of niet? (Engelstalige discussie in het MuseScore forum)
                                                • Hoe wijzig je enharmonische toonsoorten voor transponerende instrumenten

                                                Drumnotatie

                                                  Het invoeren van percussie/drum notatie gaat een beetje anders dan het invoeren van de notatie voor gestemde instrumenten (zoals de piano of viool).

                                                  Percussie notenbalk types

                                                  Wanneer je een percussie notenbalk maakt door gebruik te maken van de nieuwe partituur wizard of het instrumenten venster, dan zal MuseScore automatisch het meeste geschikte notenbalk type (1-, 3- of 5-lijnen) kiezen voor het instrument. Dit kan, indien nodig, worden aangepast in de "notenbalktype" kolom op de Kies instrumenten / Instrumenten pagina. Later kunnen de aanpassingen worden gedaan (bv. wijzigen in een 2-lijns notenbalk) in de partituur zelf (zie geavanceerder stijl eigenschappen).

                                                  Bij een 5-lijns percussie notenbalk krijgt ieder instrument een positie in de notenbalk (lijn of openruimte) en een notenkop vorm. Voor een drumset kan één of twee stemmen worden gebruikt. In het laatste geval bevat stem 1 (de bovenste stem) over het algemeen noten met de stokken naar boven die met de handen worden gespeeld terwijl stem 2 (de onderste stem) over het algemeen noten heeft met de stokken naar beneden die gespeeld worden met de voeten (zie afbeelding hieronder).

                                                  Drumnotatie voorbeeld met twee stemmen

                                                  Noot invoer methodes

                                                  Je kunt de noten voor een percussie notenbalk op de volgende manieren invoeren:

                                                  • Extern MIDI keyboard
                                                  • Pianoklavier (virtueel)
                                                  • Computer toetsenbord
                                                  • Muis

                                                  Deze methodes kunnen in iedere gewenste combinatie worden gebruikt.

                                                  MIDI keyboard

                                                  Noten invoeren in een percussie notenbalk met een MIDI keyboard:

                                                  1. Zorg dat het MIDI keyboard is aangesloten en correct functioneert.

                                                    Opmerking: Als je op de percussie notenbalk klikt zonder dat de noteninvoermodus geactiveerd is dan kun je de percussie instrumenten voorbeelden horen middels het MIDI keyboard.

                                                  2. Klik op de noot of rust waar je wilt beginnen.

                                                  3. Schakel de noteninvoermodus in.
                                                  4. Selecteer de juiste stem. Als voorbeeld, snares, sidesticks en alle cymbals worden normaal ingevoerd in stem 1, bass drum in stem 2.
                                                  5. Kies de nootduur.
                                                  6. Druk op een toets voor het instrument dat je wilt toevoegen. Om nog een noot toe te voegen op dezelfde positie hou je de eerste toets ingedrukt terwijl je de tweede toets indrukt.

                                                  Opmerking: Gebruik een GM2 drum map voor details over welke MIDI keyboard toets overeenkomt met welk percussie instrument. Sommige keyboards (zoals die van Casio) geven de percussie symbolen weer bij de toetsen om de gebruiker hierbij te helpen.

                                                  Pianoklavier

                                                  Noten invoeren in een percussie notenbalk met een virtueel pianoklavier:

                                                  1. Zorg dat het pianoklavier wordt weergegeven. Druk op P (of selecteer het in het menu, Weergave → Pianoklavier).

                                                    Opmerking: Als je op de percussie notenbalk klikt zonder dat de noteninvoermodus geactiveerd is dan kun je de percussie instrumenten voorbeelden horen middels het pianoklavier.

                                                  2. Klik op de noot of rust waar je wilt beginnen.

                                                  3. Schakel de noteninvoermodus in.
                                                  4. Selecteer de juiste stem. Als voorbeeld, snares, sidesticks en alle cymbals worden normaal ingevoerd in stem 1, bass drum in stem 2.
                                                  5. Kies de nootduur.
                                                  6. Klik op een toets (van het virtuele pianoklavier) om een noot toe te voegen aan de partituur.
                                                  7. Om een andere noot toe te voegen aan de bestaande, druk op Shift en hou deze ingedrukt terwijl je de nieuwe noot kiest (in versies voor 2.1, gebruik je Ctrl (Mac: Cmd)).

                                                  Opmerking: Gebruik een GM2 drum map voor details over welke piano toets overeenkomt met welk percussie instrument.

                                                  Standaard wordt het pianoklavier onderaan het scherm geplaatst, links van het druminvoer palet. Je kunt deze echter loskoppelen door het te verslepen en op verschillende manieren vastmaken.

                                                  • Sleep het paneel in het midden naar beneden en het wordt over het druminvoer palet geplaatst waarbij de volledige lengte wordt gebruikt. Beide panelen zijn beschikbaar middels Tabs.
                                                  • Sleep het paneel rechts/links naar beneden en het wordt rechts/links naast het druminvoer palet geplaatst.

                                                  Computer toetsenbord

                                                  Noten invoeren in een percussie notenbalk met een computer toetsenbord:

                                                  1. Klik op de noot of rust waar je wilt beginnen.
                                                  2. Schakel de noteninvoermodus in. Het druminvoer palet verschijnt nu onderaan het scherm (zie hieronder).
                                                  3. Selecteer de gewenste nootduur.
                                                  4. Druk op de sneltoets (A–G) voor het instrument dat je wilt invoeren — zie het druminvoer palet venster.
                                                  5. Indien je nog een andere noot wilt toevoegen in dezelfde stem, druk dan op Shift + [A–G].

                                                  Opmerking: De stem wordt toegewezen aan de hand van de kleur van de noot in het druminvoer palet: blauw voor stem 1, groen voor stem 2.

                                                  Muis

                                                  Noten invoeren in een percussie notenbalk met de muis.

                                                  Gebruik de volgende methode om een nieuwe noot toe te voegen of om een bestaand akkoord te vervangen:

                                                  1. Selecteer de noot of rust waar je wilt beginnen. Je kunt ook een maat selecteren.
                                                  2. Druk op N om de noteninvoermodus in te schakelen. Het druminvoer palet verschijnt nu onderaan het scherm (zie hieronder).
                                                  3. Kies de gewenste nootduur.
                                                  4. Gebruik één van de volgende opties:
                                                    • Dubbelklik op een noot in het druminvoer palet.
                                                    • Selecteer een noot (bv. bass drum of snare) in het druminvoer palet en klik op een noot of rust in de partituur.

                                                  Gebruik de volgende methode om een noot toe te voegen aan een bestaand akkoord:

                                                  1. Zorg dat de noteninvoermodus actief is.
                                                  2. Selecteer de nootduur die overeenkomt met de noot waaraan je een noot wilt toevoegen.
                                                  3. Klik op de nieuwe noot in het druminvoer palet.
                                                  4. Klik boven of onder de bestaande noot in de percussie notenbalk.

                                                  Opmerking: De stem wordt toegewezen aan de hand van de kleur van de noot in het druminvoer palet: blauw voor stem 1, groen voor stem 2.

                                                  Druminvoer palet

                                                  Wanneer een percussie notenbalk geselecteerd is en de noteninvoermodus aan staat, dan verschijnt er een venster aan de onderzijde van het scherm wat het druminvoer palet wordt genoemd. Dit venster is essentieel voor invoer met de muis en laat zien welke sneltoetsen er gebruikt kunnen worden met een computer toetsenbord maar kan worden genegeerd bij het gebruik van een MIDI keyboard of het virtuele pianoklavier.

                                                  Iedere noot in het palet staat voor een percussie instrument. Wanneer je de muisaanwijzer boven een noot plaatst dan wordt de naam van het instrument weergegeven.

                                                  Druminvoer palet

                                                  De letters A–G (die boven sommige noten in het palet te zien zijn) zijn toegewezen als sneltoetsen voor bepaalde instrumenten (bass drum, snare, gesloten hi-hat, etc.) en zijn geen referentie naar toonhoogtes. Deze kunnen worden aangepast in het Bewerk drumset venster.

                                                  Wanneer het druminvoer palet zichtbaar is, dan zal het dubbelklikken op een noot in het palet of het in toetsen van een letter zal de noot voor dat instrument toevoegen aan de percussie notenbalk. De kleur van de noot in het palet laat zien welk stem is toegewezen aan die noot: blauw voor stem 1, groen voor stem 2. Dit kan, indien gewenst, worden aangepast in het Bewerk drumset venster.

                                                  Deze stem toewijzing is alleen van toepassing bij invoeren middels het toetsenbord of met de muis. Invoer met het MIDI keyboard of het virtuele pianoklavier kan in iedere stem worden gedaan.

                                                  Bewerk drumset

                                                  Om het Bewerk drumset venster te openen gebruik je één van de volgende opties:

                                                  • Klik op de Bewerk drumset knop links van het druminvoer palet.
                                                  • Klik met rechts op een percussie notenbalk en selecteer "Bewerk drumset...".

                                                  Bewerk drumset venster

                                                  Het Bewerk drumset venster laat de percussie instrumenten zien die beschikbaar zijn en de MIDI noten/nummers waaraan deze zijn toegewezen. Het bepaald ook hoe ieder instrument wordt weergegeven in de notenbalk, de naam, positie, nootkoptype en nootstok richting. Iedere wijziging die hier gemaakt wordt is automatisch opgeslagen in het MuseScore bestand.

                                                  Door te klikken op een rij in het kolom aan de linkerkant worden kunnen de eigenschappen voor die noot als volgt worden aangepast:

                                                  Naam: De naam die je wilt weergeven in het druminvoer palet wanneer je de muisaanwijzer erboven plaatst.
                                                  Nootkop groep: Kies een nootkop voor het instrument uit de lijst met mogelijkheden (Opmerking: het kiezen van "Eigen aangepast" activeert "Bewerk notenkoppen" (hieronder).
                                                  Bewerk notenkoppen: Hiermee kun je de weergave aanpassen voor de verschillende noot lengtes.
                                                  Standaard stem: Wijs één van de vier stemmen toe. Dit heeft geen effect op het invoeren met een MIDI keyboard of het virtuele pianoklavier.
                                                  Notenbalklijn: Het getal geeft aan op welke notenbalklijn/ruimte de noot moet worden weergegeven. "0" betekent dat de noot wordt weergegeven op de bovenste lijn van een 5-lijns notenbalk. Negatieve getallen verplaatsen de noot verder naar boven en positieve getallen naar beneden.
                                                  Sneltoetscombinatie: Wijs een sneltoetscombinatie toe aan de noot.
                                                  Stokrichting: Automatisch, omhoog of omlaag.

                                                  De aangepaste drumset kan ook worden opgeslagen als een .drm bestand door op de Sla op als... knop te klikken. Je kunt zo ook een bestaande aangepaste drumset importeren met de Laad... knop.

                                                  Handzetting

                                                  Om handzetting (R, L) symbolen toevoegen doe je het volgende:

                                                  1. Selecteer de begin noot.
                                                  2. Vanuit het menu, selecteer Voeg toe→Tekst→Handzetting. Het is ook mogelijk om een sneltoetscombinatie in te stellen waarme jet dit kunt doen in voorkeuren.
                                                  3. Voer het symbool in zoals je normaal tekst invoert. Om voor- of achteruit te gaan naar volgende noot gebruik je dezelfde sneltoetscombinaties als voor akkoordsymbolen.
                                                  4. Om het invoeren te verlaten druk je op Esc of klik je op een lege ruimte in de partituur.

                                                  Roffel

                                                  Om een roffel te maken gebruik je een tremolo.

                                                  Externe links

                                                  • Hoe maak je jazz notatie voor drums
                                                  • Video handleiding: MuseScore in Minuten: Les 7 - Tablatuur en drumnotatie
                                                  • Drum partijen (video)
                                                  • Drum palet bewerken in MuseScore 1.1 (video)
                                                  • Drumset aanpassingen opslaan in MuseScore 1.1 (video)
                                                  • Handleiding voor drum en percussie notatie (Engelstalig)

                                                  Tablatuur

                                                    Muziek voor snaarinstrumenten met fretten wordt vaak genoteerd in tablatuur, ook bekend als tab, notatie. Hierbij wordt een visuele representatie gemaakt van de snaren en fret nummers die worden gebruikt bij het spelen:

                                                    Tablatuur

                                                    Tablatuur kan ook worden gecombineerd met de reguliere notatie:

                                                    Standaard notenblak plus tablatuur

                                                    Maak een tablatuur notenbalk

                                                    Indien je een tablatuur notenbalk wilt maken als onderdeel van een nieuwe partituur, gebruik dan de Nieuwe partituur wizard. Indien je een tablatuur notenbalk wilt toevoegen aan een bestaande partituur, gebruik dan het Instrumenten venster. Ook kun je, als alternatief, een bestaande standaard notenbalk omzetten. Zie hieronder voor de details.

                                                    Met de nieuwe partituur wizard

                                                    Een tablatuur notenbalk te maken in een nieuwe partituur doe je als volgt (voor een gecombineerd notenbalk/tablatuur systeem zie → hieronder):

                                                    1. Open de Nieuwe partituur wizard.
                                                    2. Voer de partituur gegevens in (optioneel) en klik op Volgende.
                                                    3. In de Kies sjabloonbestand stap, klik op Kies instrumenten onder "Algemeen" en kies Volgende.
                                                    4. In de Instrumenten stap, selecteer de gewenste tablatuur in de "Snaarinstrumenten – getokkeld" categorie, in de kolom aan de linkerzijde en klik op Voeg toe.
                                                    5. Voltooi de overige stappen van de nieuwe partituur wizard.

                                                    Opmerking: Indien de gewenste tablatuur niet beschikbaar is in de Kies instrumenten lijst, voeg dan in ieder geval een tablatuur notenbalk toe in stap 4 (hierboven) en pas de tablatuur aan naar de juiste eigenschappen met het Notenbalk/partij-eigenschappen venster.

                                                    Met het instrumenten venster

                                                    Een enkele tablatuur notenbalk toevoegen aan de partituur doe je als volgt (voor een gecombineerd notenbalk/tablatuur systeem zie → hieronder):

                                                    1. Open het instrumenten venster (druk op I of vanuit het menu, selecteer Bewerken → Instrumenten…).
                                                    2. Voeg de tab notenbalk toe zoals beschreven in Instrumenten toevoegen ("Maak een nieuwe partituur").

                                                    Door het wijzigen van het notenbalk type

                                                    Een bestaande standaard notenbalk omzetten naar tablatuur of tablatuur naar standaard gaat als volgt:

                                                    1. Klik met rechts op de notenbalk en selecteer Notenbalk/partij-eigenschappen…. Indien het "instrument" reeds is ingesteld op een getokkeld-snaarinstrument, ga dan verder bij stap 3.
                                                    2. Indien het "instrument" geen getokkeld-snaarinstrument is, klik dan op Verander instrument... en kies een geschikt instrument uit "Snaarinstrumenten - getokkeld" en klik op Toepassen.
                                                    3. Klik op Geavanceerde stijl-eigenschappen..., selecteer de gewenste tablatuur optie bij "Sjabloon" en klik op < Herstel naar het sjabloon. Je kunt nu de weergave verfijnen in de "Fretmarkeringen" en "Notenwaarden" tabs.
                                                    4. Klik twee keer op OK om de vensters te sluiten.

                                                    Snaargegevens aanpassen

                                                    Wijzig stemming

                                                    Opmerking: Indien je alleen de stemming wilt bekijken (en niet aanpassen), doe dan alleen stap 1 en 2.

                                                    1. Klik met rechts op de notenbalk en selecteer Notenbalk/partij-eigenschappen….

                                                      Notenbalk/partij-eigenschappen venster

                                                    2. Druk op de Wijzig snaargegevens… knop onderaan het venster. Het Snaargegevens venster wordt weergegeven:

                                                      Snaargegevens

                                                    3. Klik op een snaar toonhoogte en selecteer Bewerk snaar…. Of dubbelklik op de toonhoogte van de snaar.

                                                    4. Selecteer de nieuwe toonhoogte in het Nootselectie venster en klik op OK. Of dubbelklik op de nieuwe toonhoogte.
                                                    5. Klik op OK om het "Snaargegevens" venster te sluiten. En klik vervolgens op OK om het "Notenbalk/partij-eigenschappen" venster te sluiten.

                                                    Opmerking: (1) Indien de stemming wordt gewijzigd voor een tablatuur dat al noten bevat, dan worden de fretmarkeringen automatisch aangepast (indien mogelijk). (2) De wijziging in de stemming voor een bepaald instrument is alleen van toepassing op de partituur waarin gewerkt wordt en wijzigt niet de standaard instellingen in het programma.

                                                    Een snaar toevoegen

                                                    1. Klik met rechts op de tablatuur en selecteer Notenbalk/partij-eigenschappen… klik vervolgens op de Wijzig snaargegevens knop.
                                                    2. Klik op een toonhoogte van een snaar en selecteer Nieuwe snaar....
                                                    3. Selecteer de toonhoogte voor de nieuwe snaar en klik op OK— of dubbelklik op de toonhoogte voor de nieuwe snaar. De nieuwe snaar worden ingevoegd onder de geselecteerde snaar.

                                                    Opmerking: Na het toevoegen van een snaar in de tablatuur moet het aantal lijnen in het Notenbalk/partij-eigenschappen venster worden aangepast.

                                                    Een snaar verwijderen

                                                    1. Klik met rechts op de tablatuur en selecteer Notenbalk/partij-eigenschappen… klik vervolgens op de Wijzig snaargegevens knop.
                                                    2. Klik op een toonhoogte van een snaar en selecteer Verwijder snaar.

                                                    Opmerking: Na het verwijderen van een snaar in de tablatuur moet het aantal lijnen in het Notenbalk/partij-eigenschappen venster worden aangepast.

                                                    Markeer een snaar zonder fret als "open"

                                                    Deze functie wordt gebruikt om een snaar te markeren als ononderbroken te markeren (dwz buiten het vingerbord en klinkt altijd open) zoals bij een barok luit. Dit betekent dat alleen "0" (nul) of "a" wordt geaccepteerd as fretmarkering, ieder andere fretmarkering wordt omgezet naar 0/a.

                                                    1. Klik met rechts op de tablatuur en selecteer Notenbalk/partij-eigenschappen… klik vervolgens op de Wijzig snaargegevens knop.
                                                    2. Plaats één of meerder vinkjes in de "Open" kolom.

                                                    Wijzig aantal frets voor het instrument

                                                    Met deze instelling wordt het hoogste fretnummer bepaald dat kan worden ingevoerd in een tablatuur notenbalk.

                                                    1. Klik met rechts op de tablatuur en selecteer Notenbalk/partij-eigenschappen… klik vervolgens op de Wijzig snaargegevens knop.
                                                    2. Selecteer of voer het nieuwe getal in bij "Aantal frets".

                                                    Wijzig tablatuur weergave

                                                    Via Notenbalk/partij-eigenschappen

                                                    Om toegang te krijgen tot het volledige scala aan mogelijkheden van de tablatuur weergave opties gebruik je het Notenbalk/partij-eigenschappen venster:

                                                    1. Klik met rechts op de notenbalk en kies Notenbalk/partij-eigenschappen….
                                                    2. Klik op de Geavanceerde stijl-eigenschappen… knop.

                                                    Via het instrumenten venster

                                                    Een aantal basis tablatuur weergave opties zijn beschikbaar in het Instrumenten venster:

                                                    1. Druk op I of vanuit het menu, kies Bewerken → Instrumenten….
                                                    2. Selecteer een tablatuur type in de selectie lijst onder "Notenbalktype" aan de rechterkant in het scherm:
                                                      • Eenvoudig: Hiermee worden alleen fretmarkeringen weergegeven. Deze optie is het meest geschikt voor notenbalk/tablatuur systemen.
                                                      • Regulier: Hiermee worden fretmarkeringen, nootstokken en waardestrepen weergegeven.
                                                      • Volledig: Hiermee worden fretmarkeringen, verbeterde nootstokken, waardestrepen en rusten weergegeven.
                                                      • Tab 6-snr. Italiaans/Frans: Historische tablatuur opties voor de luit.

                                                    Dezelfde opties zijn beschikbaar in het Kies instrumenten dialoog van de nieuwe partituur wizard.

                                                    Combineer standaard notenbalk met tablatuur

                                                    Getokkelde snaarinstrumenten, zoals de gitaar, worden veelal genoteerd met een standaard en tablatuur notenbalk. MuseScore heeft de mogelijkheid om de twee notenbalk niet gekoppeld of gekoppeld te gebruiken:

                                                    1. Niet gekoppelde notenbalken: Het voordeel van deze optie is dat iedere notenbalk onafhankelijk kan worden bewerkt. Om de muziek notatie van de ene notenbalk naar de ander te kopiëren selecteer je het gewenste bereik en gebruik je de kopieer en plak optie naar de andere notenbalk.

                                                    2. Gekoppelde notenbalken: De notenbalken worden "gelijktijdig" bijgewerkt. Dat betekent dat iedere wijziging die je maakt in de ene notenbalk ook direct wordt toegepast op de andere.

                                                    Een opmerking aangaande fretmarkering conflicten: Wanneer dezelfde noot is ingevoerd in twee verschillende stemmen, dan probeert MuseScore ervoor te zorgen dat de fretmarkeringen niet overlappen op dezelfde snaar. Indien er toch overlapping optreedt dan worden deze gemarkeerd met een rood vierkant. Deze zijn alleen zichtbaar in het document venster en worden niet afgedrukt. In de meeste gevallen (bv. bij fret 0 tot 4 op de 6e snaar) is het overlappen een gewenst resultaat en is er geen verdere aanpassing nodig. Je kunt de rode markering verbergen door in het menu te kiezen voor "Weergave" en het vinkje weg te halen bij "Laat niet-afdrukbare objecten zien".

                                                    Maak een nieuw notenbalk/tablatuur paar met de nieuwe partituur wizard

                                                    1. Open de Nieuwe partituur wizard.
                                                    2. Voer de partituur gegevens in (optioneel) en klik op Volgende.
                                                    3. In de Kies sjabloonbestand stap, klik op Kies instrumenten onder "Algemeen" en kies Volgende.
                                                    4. In de Instrumenten stap, selecteer de gewenste standaard notenbalk in de "Snaarinstrumenten – getokkeld" categorie, in de kolom aan de linkerzijde en klik op Voeg toe.
                                                    5. Selecteer de nieuw gemaakt notenbalk (gemarkeerd als "Notenbalk …") in de kolom aan de rechterzijde en gebruik één van de volgende twee opties:
                                                      • Klik op Voeg notenbalk toe om een niet gekoppeld notenbalk/tablatuur paar te maken.
                                                      • Klik op Voeg gekoppelde notenbalk toe om een gekoppeld notenbalk/tablatuur paar te maken.
                                                    6. In de Notenbalktype kolom, klik op de lijst van de nieuwe gemaakte notenbalk en selecteer een tablatuur optie (indien nodig kan dit later worden—zie Notenbalk/partij-eigenschappen).
                                                    7. Wijzig de volgorde van de notenbalken met de ↑ knop indien nodig.
                                                    8. Voltooi de overige stappen van de nieuwe partituur wizard of klik op Klaar.

                                                    Opmerking: Om niet gekoppelde notenbalken te maken met gescheiden mixer kanalen selecteer je een tablatuur instrument in de linker kolom en klik je Voeg toe in de plaats van stap 5 (hierboven) en ga je vervolgens verder met stap 6 en 7.

                                                    Maak een nieuw notenbalk/tablatuur paar in een bestaande partituur

                                                    1. Open het Instrumenten venster (druk op I of vanuit het menu, selecteer Bewerken → Instrumenten…).
                                                    2. Volg nu stap 4-8 hierboven.

                                                    Maak een notenbalk/tablatuur paar van een bestaande notenbalk

                                                    Om een tablatuur aan een getokkeld snaarinstrument in de partituur toe te voegen (of visa versa) doe je het volgende:

                                                    1. Open het Instrumenten venster (druk op I of vanuit het menu, selecteer Bewerken → Instrumenten…).
                                                    2. Selecteer de notenbalk die je wilt aanpassen in een notenbalk/tablatuur paar in de kolom aan de rechterzijde en gebruik één van de opties in stap 5 hierboven.
                                                    3. Vervolg daarna met stap 6–8 hierboven.

                                                    Noteninvoeren in tablatuur

                                                    Met het toetsenbord

                                                    1. In normale modus selecteer je de maat of bestaande noot waar je wilt beginnen met het invoeren van de noten.
                                                    2. Schakel de noteninvoermodus in (druk op N): een kleine 'blauwe rechthoek' wordt weergegeven om een tablatuur snaar, dit is de huidige snaar.
                                                    3. Selecteer de lengte voor de noot of rust die je wilt invoeren (zie hieronder).
                                                    4. Gebruik de pijl omhoog/omlaag toetsen om de cursor naar de gewenste snaar te verplaatsen. Gebruik de pijl naar links/rechts toetsen om in de partituur te verplaatsen.
                                                    5. Druk op 0 tot en met 9 om een fretmarkering van 0 tot en met 9 in te voeren voor de huidige snaar. Het is ook mogelijk om getallen die uit meerdere cijfers bestaan in te voeren. De toetsen A tot en met K (waarbij I wordt overgeslagen) kunnen ook worden gebruikt, wat handig is bij het werken met een Franse tablatuur. Voor de letters L , M en N type je respectievelijk 10, 11 en 12. (Opmerking: Je kunt geen getal invoeren dat hoger is dan de "Aantal frets" waarde die is ingesteld in het snaargegevens venster).

                                                      Gebruik de ; (puntkomma) om een rust in te voeren van de gewenste lengte.

                                                    6. Je kunt de noten in verschillende stemmen invoeren indien dit gewenst is, net zoals in een standaard notenbalk.

                                                    Zie ook noten aanpassen (hieronder).

                                                    Historische tablatuur

                                                    Periodenotatie voor bassnaren (luit en sim.) is ook mogelijk.

                                                    • Franse tablatuur: letters voorafgaand met schuine strepen onder de tab. Bv. de 7e snaar: "a", de 8e snaar: "/a", de 9e snaar: "//a" enzovoort. Allen op de eerste positie onder de tab.

                                                    • Italiaanse tablatuur: getallen met 'hulplijnen' voor de snaar boven de tab. Bv. de 7e snaar: "0" één positie boven de tab met één 'hulplijn', de 8e snaar: "0" twee posities boven de tab met twee 'hulplijnen' enzovoort.

                                                    Het invoeren van fretmarkeringen is alleen met het toetsenbord mogelijk. Door het verplaatsen van de noteninvoercursor onder (Frans) of boven (Italiaans) de tab, worden 'schaduw' strepen of hulplijnen zichtbaar om de snaar aan te geven waarop je de fretmarkering wordt toegepast. Het indrukken van één van de fret toetsen voert de noot (en opmaak) in voor die snaar.

                                                    Met de muis

                                                    1. Activeer de noteninvoermodus en selecteer de lengte voor de noot of rust (zie hieronder).
                                                    2. Klik op een snaar om daar een noot te plaatsen Noten worden initieel gemaakt op fret 0 (of a voor Franse tablatuur). Om dit aan te passen type je het juist nummer in op het toetsenbord.
                                                    3. Je kunt de fretmarkering ook verhogen/verlagen met Alt+Shift+↑ of Alt+Shift+↓.
                                                    4. Je kunt de noten in verschillende stemmen invoeren indien dit gewenst is, net zoals in een standaard notenbalk.

                                                    Zie ook noten aanpassen (hieronder).

                                                    Nootduur/lengte selecteren

                                                    In de noteninvoermodus kun je de volgende methodes gebruiken om de lengte van de noot in te stellen in de tablatuur:

                                                    • Druk op Shift+1 tot en met Shift+9: Stel de lengte in vanaf een 128e noot tot en met een longa (beschikbaarheid van deze sneltoetsen is afhankelijk van het besturingssysteem en/of toetsenbord lay-out).
                                                    • Druk op NumPad1 tot en met NumPad9: Stel de lengte in vanaf een 128e noot tot en met een longa (indien een numeriek toetsenbord gedeelte aanwezig is en NumLock aan staat).
                                                    • Klik op de icon met de gewenste lengte in de noteninvoer werkbalk boven het document venster.
                                                    • Druk op Q om de gekozen lengte te verkorten en W om deze te verlengen.

                                                    Noten aanpassen

                                                    Fretmarkering aanpassen

                                                    In noteninvoermodus:

                                                    • Plaats de cursor boven de fretmarkering en type het gewenste nummer in.
                                                    • Verhoog of verlaag de fretmarkering met Alt+Shift+↑ of Alt+Shift+↓ (De fretmarkering wisselt automatisch van snaar, indien nodig, om de laagst mogelijke fret positie te behouden.

                                                    In normale modus:

                                                    1. Selecteer één of meerdere fretmarkeringen.
                                                    2. Gebruik de volgende mogelijkheden:
                                                      • Verhogen/verlagen zonder het wijzigen van de snaar: Druk op ↑ / ↓.
                                                      • Verhogen/verlagen met het wijzigen van de snaar, indien mogelijk, om het fret nummer laag te houden: Druk op Alt+Shift+↑ / ↓.

                                                    Opmerking: De fretmarkering kan niet hoger zijn dan de "Aantal frets" waarde die ingesteld is in het snaargegevens venster.

                                                    Snaar aanpassen

                                                    Verplaats de fretmarkering naar een naast gelegen snaar zonder daarbij de toonhoogte te veranderen als volgt (indien de snaar vrij is en de noot kan produceren):

                                                    In noteninvoermodus:

                                                    • Plaats de cursor boven de fretmarkering en en druk op Ctrl+↑ / ↓ (Mac: Cmd+↑ / ↓).

                                                    In normale modus:

                                                    • Selecteer één of meerdere fretmarkeringen en druk op Ctrl+↑ / ↓ (Mac: Cmd+↑ / ↓).
                                                    • Sleep de fretmarkering omhoog of omlaag naar de naast liggende snaar.

                                                    Noten met kruisnotenkop

                                                    Wijzig een fretmarkering in een kruisnotenkop:

                                                    1. Selecteer één of meerdere fretmarkeringen (niet in de noteninvoermodus).
                                                    2. Druk op Shift+X om de kruisnotenkop aan of uit te zetten.

                                                    Overzicht van toetsenbord opdrachten

                                                    Noteninvoermodus

                                                    Type: Je krijgt:
                                                    ↑ Selecteer de bovenliggende snaar als de huidige.
                                                    ↓ Selecteer de onderliggende snaar als de huidige.
                                                    Shift+1 tot en met Shift+9 Selecteer een lengte (128e noot tot en met een longa)
                                                    NumPad 1 tot en met NumPad 9 Selecteer een lengte (128e noot tot en met een longa)
                                                    Q Verkort de huidige invoer lengte.
                                                    W Verleng de huidige invoer lengte.
                                                    0 tot en met 9 Voer een fret getal / letter in.
                                                    A tot en met K Voer een fret getal / letter in (zonder de I).
                                                    Alt+Shift+↑ Verhoog de huidige fretmarkering.
                                                    Alt+Shift+↓ Verlaag de huidige fretmarkering.
                                                    ; (puntkomma) Voer een rust in

                                                    Normale modus

                                                    Type: Je krijgt:
                                                    0 tot en met 9 Wijzig de duur van de geselecteerde noot of rust
                                                    Alt+Shift+↑ Verhoog de toon van de geselecteerde noot (MuseScore kiest hierbij de snaar).
                                                    ↑ Verhoog de toon zonder de snaar te wijzigen.
                                                    Alt+Shift+↓ Verlaag de toon van de geselecteerde noot (MuseScore kiest hierbij de snaar).
                                                    ↓ Verlaag de toon zonder de snaar te wijzigen.
                                                    Ctrl+↑ (Mac: Cmd+↑) Verplaats de noot naar de bovenliggende snaar, de toonhoogte blijft hierbij gelijk.
                                                    Ctrl+↓ (Mac: Cmd+↓) Verplaats de noot naar de onderliggende snaar, de toonhoogte blijft hierbij gelijk.
                                                    Shift+X Zet de kruisnotenkop aan of uit.

                                                    Externe links

                                                    • Video handleiding: MuseScore in Minuten: Les 7 - Tablatuur en drumnotatie
                                                    upload
                                                    Bijlage Grootte
                                                    freight_train_tab.png 10.3 KB
                                                    Note selection_en.png 68.4 KB
                                                    LAS MUJERES LO BAILAN BIEN BANDA - Trumpet in Bb 2_240923_181258.pdf 69.8 KB