Notenbalk/partij-eigenschappen
Overzicht
Het Notenbalk/partij-eigenschappen venster stelt je in staat om wijzigingen aan te brengen in de weergave van een bepaalde notenbalk en om de naam, stemming, transpositie en instrument van het overeenkomstige instrument partij aan te passen.
Om het dialoogvenster te openen:
- Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied in een notenbalk of op de instrumentnaam en selecteer Notenbalk/partij-eigenschappen….
Een instrument partij bestaat vaak uit slechts één notenbalk (bijvoorbeeld viool, trompet, fluit) maar er zijn opmerkelijke uitzonderingen. Een piano heeft bijvoorbeeld twee notenbalken nodig: viool- en bassleutel, een gitaar kan zowel een 8vb vioolsleutel als ook een tablatuur notenbalk nodig hebben, enzovoort.
Notenbalk eigenschappen
In het bovenste deel van het dialoogvenster kun je veel aspecten van het uiterlijk van een individuele notenbalk aanpassen. De volgende opties zijn gemeenschappelijk voor alle soorten notenbalken:
- Lijnen: Het aantal lijnen waaruit de notenbalk bestaat.
- Lijnafstand: De afstand tussen twee notenbalklijnen - opgegeven in spaties (sp.).
Opmerking: Het wordt niet aanbevolen om deze waarde te wijzigen van de standaardwaarde. Als je de notenbalk groter of kleiner moet maken dan gebruik je in plaats daarvan het Pagina-instellingen dialoogvenster. - Extra afstand boven de notenbalk: Vergroot of verkleint de afstand tussen de geselecteerde notenbalk en die erboven in alle systemen.
Opmerking: (1) Deze instelling is niet van toepassing op de bovenste notenbalk van een systeem, die wordt bepaald door de minimale/maximale systeemafstand (zie Opmaak). (2) Om de afstand boven één notenbalk in een bepaald systeem aan te passen, zie Systemen op een pagina passen: Afstandhouders. - Schaal: Verandert de grootte van de geselecteerde notenbalk en alle geassocieerde elementen als een percentage (om de algehele partituurgrootte aan te passen gebruik je de "Schaalfactor" (Opmaak→Pagina-instellingen…).
- Verberg indien leeg: Samen met de instelling “Lege notenbalken in systeem verbergen” in Opmaak→Stijl…→Partituur bepaalt dit of de notenbalk wordt verborgen als deze leeg is:
- Automatisch (standaard): De notenbalk wordt verborgen als deze leeg is en "Lege notenbalken in systeem verbergen" is ingesteld.
- Altijd: De notenbalk wordt verborgen als deze leeg is, zelfs als "Lege notenbalken in systeem verbergen" niet is ingesteld.
- Nooit: De notenbalk zal nooit worden verborgen als het leeg is.
- Instrument: Voor instrumenten die meerdere notenbalken bevatten wordt de notenbalk alleen verborgen als alle notenbalken voor dat instrument leeg zijn.
- Laat de muzieksleutel zien: Bepaalt of de muzieksleutel moet worden weergegeven of niet.
- Laat de maatsoort zien: Bepaalt of de maatsoort moet worden weergegeven of niet.
- Laat de maatstrepen zien: Bepaalt of de maatstrepen moeten worden weergegeven of niet.
- Verberg de systeemmaatstreep: Laat de maatstreep aan de linkerkant van de notenbalk zien of niet.
- Voeg gelijke rusten samen: Voeg de rusten met dezelfde duur en op dezelfde positie in verschillende stemmen samen tot één rust.
- Niet verbergen bij een leeg systeem: Verberg deze notenbalk nooit, zelfs niet als deze leeg is. Dit overschrijft alle instellingen voor "Lege notenbalken in systeem verbergen" in Opmaak→Stijl…→Partituur .
- Kleine notenbalk: Maak een notenbalk die minder ruimte in beslag neemt. Je kunt het formaat in het menu Opmaak→Stijl…→Maten instellen.
- Onzichtbare notenbalklijnen: Maakt de notenbalklijnen onzichtbaar.
- Notenbalklijnkleur: Bepaal de kleur van de notenbalklijnen.
- Haal lege maten weg: Deze optie wordt gebruikt om alleen het gedeelte van de notenbalk weer te geven waar er noten staan (bv. ossia (Wikipedia)). Dit kan onafhankelijk van de "Verberg indien leeg" of "Lege notenbalken in systeem verbergen" optie worden gebruikt.
- Geavanceerde stijl-eigenschappen: (zie hieronder)
Geavanceerde stijl-eigenschappen
Klikken op Geavanceerde stijl-eigenschappen… opent een dialoogvenster dat toegang geeft tot geavanceerde weergave-opties voor de notenbalk. Deze opties zijn afhankelijk van het gekozen notenbalktype.
Sjabloon (alle notenbalken)
Onderaan het dialoogvenster Geavanceerde stijl-eigenschappen bevinden zich een aantal knoppen waarmee je wijzigingen kunt aanbrengen in de notenbalkweergave door een ander sjabloon te selecteren.
Opmerking: De opties die hier beschikbaar zijn, zijn afhankelijk van het type notenbalk—standaard, getokkelde-snaren notenbalk/tablatuur of percussie.
Het sjabloon wijzigen:
- Maak een keuze uit de lijst met het label "Sjabloon"
- Druk op < Herstel naar sjabloon
- Druk op Ok om de wijzigingen te accepteren en het dialoogvenster te sluiten (of Annuleren om de aanpassing te annuleren).
Standaard en percussie notenbalk opties
- Lijnen / Lijnafstand:
- Laat de muzieksleutel / maatsoort / maatstrepen / toonsoort / hulplijnen zien: Ingesteld om de gewenste weergave op de notenbalk te geven.
- Geen stok: Indien aangevinkt, hebben noten geen stok, haak of waardestreep.
- Notenkopschema: Zie Notenkopschema.
Tablatuur notenbalk opties
- Lijnen: Dit aantal komt meestal overeen met het aantal snaren in het dialoogvenster Snaargegevens (uitzonderingen zijn de Barokluit, Theorbo etc. die meer snaren hebben dan lijnen).
Lijnafstand: - Laat muzieksleutel / maatsoort / maatstrepen zien: Ingesteld om de gewenste weergave op de notenbalk te geven.
- Ondersteboven: Indien niet aangevinkt zal de bovenste tablatuurlijn verwijzen naar de hoogste snaar en de onderste tablatuurlijn naar de laagste snaar (dit is de meest gebruikelijke optie). Indien aangevinkt dan verwijst de bovenste tablatuurlijn naar de laagste snaar en de onderste tablatuurlijn naar de hoogste snaar (bijv. luittablaturen in Italiaanse stijl).
- Voorbeeldweergave: Geeft een korte sectie van een voorbeeldpartituur weer zoals deze eruit zou zien met de huidige eigenschappen.
Fretmarkeringen tab
Fretmarkeringen zijn de cijfers of letters die worden gebruikt om de locatie van noten op de toets aan te geven. De volgende eigenschappen bepalen het uiterlijk van fretmarkeringen:
- Lettertype: Het lettertype dat wordt gebruikt om fretmarkeringen te tekenen. Er wordt een selectie van acht lettertypen geleverd die alle benodigde symbolen in 8 verschillende stijlen ondersteunen, zowel modern als historisch.
- Grootte: Lettergrootte van fretmarkeringen in typografische punten. Ingebouwde lettertypen zien er meestal goed uit bij een grootte van 9-10pt.
- Verticale correctie: MuseScore probeert symbolen op een goede manier te plaatsen en je hoeft deze waarde meestal niet te wijzigen (ingesteld op 0) voor ingebouwde lettertypen. Als het lettertype symbolen heeft die niet zijn uitgelijnd op de basislijn (of op een andere manier die MuseScore niet verwacht), kun je met deze eigenschap fretmarkeringen omhoog (negatieve correctie) of omlaag (positieve correctie) verplaatsen voor een betere verticale positionering. Waarden zijn in sp.
- Fretmarkeringen zijn: Gebruik Nummers (“1”, “2”…) of Letters (“a”, “b”…) als fretmarkering. Als er letters worden gebruikt, wordt de letter "j" overgeslagen en wordt "k" gebruikt voor de 9e fret.
- Fretmarkeringen worden geplaatst: Bepaal de plaats van de fretmarkeringen Op de lijnen of Boven de lijnen.
- Lijnen zijn: Keuze uit Doorgetrokken (lijnen gaan door fretmarkeringen) of Onderbroken (er verschijnt een kleine opening in de lijn waar de fretmarkering wordt weergegeven).
- Laat fret-overbindingen zien: Indien niet aangevinkt, dan wordt alleen de eerste noot in een reeks overgebonden noten weergegeven. Indien aangevinkt, dan worden alle noten in de overgebonden reeks getoond.
- Laat de vingerzetting zien in de tablatuur: Vink aan om de weergave van vingerzettingsymbolen toe te staan die vanuit een palet zijn toegepast.
Nootwaarden tab
Deze eigenschappen definiëren het uiterlijk van de symbolen die nootwaarden aangeven.
- Lettertype: Het lettertype dat wordt gebruikt om de waarde symbolen te tekenen. Momenteel worden er 5 lettertypen geleverd die alle benodigde symbolen in 5 verschillende stijlen ondersteunen (modern, Italiaanse tablatuur, Franse tablatuur, Franse barok (zonder kop), Franse barok). Alleen gebruikt met de optie nootsymbolen.
- Grootte: Lettergrootte, in typografische punten. Ingebouwde lettertypen zien er over het algemeen goed uit bij een grootte van 15pt. Alleen gebruikt met de optie nootsymbolen.
- Verticale correctie: Geldt alleen als nootsymbolen zijn geselecteerd (zie hieronder). Gebruik negatieve correctie waarden om de nootsymbolen te verhogen, positieve waarden om ze te verlagen.
- Getoond als:
- Geen: Er wordt geen nootwaarde getekend (zoals in de bovenstaande voorbeelden)
- Nootsymbolen: Boven de notenbalk worden symbolen in de vorm van noten getekend. Als deze optie is geselecteerd, worden symbolen alleen getekend als de nootwaarde verandert zonder te worden herhaald (standaard) voor een reeks noten met allemaal dezelfde waarde.
- Stokken en waardestrepen: Nootstokken en waardestrepen (of haken) worden getekend. Waarden worden voor elke noot aangegeven waarbij dezelfde typografische mechanica wordt gebruikt als voor een gewone notenbalk. Alle commando's van het standaard waardestrepen palet kunnen ook op deze waardestrepen worden toegepast.
- Herhaal: Als meerdere opeenvolgende noten dezelfde duur hebben, kun je aangeven of en waar hetzelfde nootsymbool moet worden herhaald. d.w.z. Nooit / Bij nieuw systeem / Bij nieuwe maat / Altijd.
Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar als "Getoond als: Nootsymbolen" is geselecteerd (zie hierboven). - Stokstijl:
- Naast de notenbalk: Stokken worden getekend als lijnen met vaste hoogte boven/onder de notenbalk.
- Door de notenbalk: Stokken lopen door de notenbalk om de fretmarkeringen te bereiken.
Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar als “Getoond als: Stokken en waardestrepen” is geselecteerd (zie hierboven).
- Stokpositie:
- Boven: Stokken en waardestrepen worden boven de notenbalk getekend.
- Onder: Stokken en waardestrepen worden onder de notenbalk getekend.
Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar als “Getoond als: Stokken en waardestrepen” en “Stokstijl: Naast de notenbalk” is geselecteerd (zie hierboven).
- Halve noten: Geen / Met een korte stok / Met een schuine stok.
Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar als “Getoond als: Stokken en waardestrepen” en “Stokstijl: Naast de notenbalk” is geselecteerd (zie hierboven). - Laat de rusten zien; Of er nootsymbolen gebruikt moeten worden om ook de rusten aan te geven. Bij gebruik voor rusten worden nootsymbolen op een iets lagere positie getekend. Alleen gebruikt met de optie Nootsymbolen.
Partij-eigenschappen
Instrument
Hier wordt de naam van het instrument weergegeven. Om van instrument te wisselen:
- Klik op Vervang instrument en maak een keuze in het "Kies instrument" dialoogvenster.
Namen
- Lange instrument naam: Naam weergegeven links van de notenbalk in het eerste systeem van de partituur of sectie.
- Korte instrument naam: Naam weergegeven aan de linkerkant van de notenbalk in volgende systemen van de partituur.
Bruikbaar toonbereik
- Amateur: Noten buiten het amateurbereik worden in de partituur olijfgroen/donkergeel gekleurd.
- Beroeps: Noten buiten het beroepsbereik worden in de partituur rood gekleurd.
Opmerking: om kleuring van noten buiten bereik uit te schakelen selecteer je in het menu Bewerk→Voorkeuren… (Mac: MuseScore→Voorkeuren…), klik op optie "Noteninvoer" en verwijder het vinkje bij "Kleur de noten die buiten het bereik van het instrument liggen".
Transpositie
Stel het octaaf en het omhoog/omlaag-interval in om ervoor te zorgen dat transponerende instrumenten correct worden genoteerd. Dit wordt voor de meeste instrumenten automatisch door het programma gedaan.
Voor het transponerende instrumenten wordt een extra optie getoond: "Voorkeur voor kruizen of mollen voor getransponeerde toonsoort". Er zijn drie opties:
- Standaardwaarde: Laat MuseScore beslissen
- Mollen: Voorkeur voor mollen
- Kruizen: Voorkeur voor kruizen
Snaren en frets
Notenbalken van getokkelde snaarinstrumenten met frets hebben een paar extra opties naast de hierboven genoemde:
- Aantal snaren: Geeft het aantal snaren van het instrument weer.
- Wijzig snaargegevens…: Deze knop opent een dialoogvenster waarin je het aantal snaren en de stemming kunt instellen. Zie wijzig stemming.