Mixer
De mixer maakt het volgende mogelijk:
- verander instrumentgeluiden
- laad virtuele instrumenten en effecten
- pas volume en panning aan en maak andere aanpassingen aan het afspelen voor elke notenbalk.
Er wordt automatisch een kanaalstrip gemaakt voor elk instrument in de partituur (dit geldt ook wanneer een instrumentwisseling in de notenbalk wordt toegepast op een notenbalk). Er is ook een speciale metronoomkanaalstrip en hoofd versterking fader.
Gebruikers van eerdere versies van MuseScore moeten er rekening mee houden dat het concept van een "gedeeltelijke track" met aanvullende "kanaaltracks" niet bestaat in MuseScore 4 vanwege compatibiliteitsproblemen met de nieuwe afspeel methodiek. Het kan in latere versies opnieuw worden geïntroduceerd.
Mixer openen
Je kunt de mixer weergeven/verbergen door:
- Klikken op de knop Mixer in de Noteninvoer werkbalk.
- Klikken op Weergave→Mixer.
- Gebruik de sneltoets F10.
Mixer mogelijkheden
Elke kanaalstrip bevat de volgende bedieningselementen (beschreven vanaf de onderkant van een kanaalstrip naar boven):
- Demp (M) knop: Schakelt het afspeelvolume uit (gedempte notenbalken zijn niet hoorbaar).
- Solo (S) knop: Schakelt het afspeelvolume in voor de geselecteerde (solo) notenbalk en dempt alle andere notenbalken. Als slechts één notenbalk op solo staat, zal het uitschakelen van de solo-modus automatisch het dempen van alle andere notenbalken uitschakelen.
Demp- en solo-bedieningselementen kunnen in combinatie worden gebruikt om te wijzigen welke instrumenten tijdens het afspelen te horen zijn. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om meerdere notenbalken in solomodus te zetten, zodat alleen die notenbalken te horen zijn. Het is ook mogelijk om een solo notenbalk te dempen.
- Volume fader: Dit kan worden aangeklikt en versleept om het afspeelvolume te verhogen of te verlagen. Dubbelklikken op de volumefader zal deze terugzetten naar een neutraal niveau (0 dB versterking).
- Pan knop: Deze kan worden aangeklikt en versleept om het audiosignaal naar de linker- of rechterluidspreker te sturen. Dubbelklikken op de pan knop zal de pan terugbrengen naar de middenpositie.
Audio FX en geluiden
Geluid rij: welk virtueel instrument je wilt gebruiken, er moet er één worden geselecteerd. Ondersteunt drie typen: SoundFont(.sf2,.sf3), Virtual Studio Technology instrument(VSTi) en Muse Sounds (eigendom van Muse Group).
Audio FX rij: VST-effect om te gebruiken, staat het gebruik van meerdere toe en is optioneel.
Compatibele VST-plug-ins geïnstalleerd op je computer wordt automatisch beschikbaar gemaakt, vind VSTi in de keuzelijsten Geluid, vind VST-effecten in de vervolgkeuzelijsten Audio FX.
Handmatige sf2, sf3 preset/bank selectie wordt (nog) niet ondersteund (in Musescore 4.0). Probeer in de tussentijd de alternatieve methoden in SoundFonts.
sfz-bestanden worden indirect ondersteund via een VST-sampler, zie SoundFonts.
Een geluid selecteren
Voor elk instrument moet er één geluid (virtueel instrument) worden geselecteerd.
- Plaats de muisaanwijzer op een Geluid-slot
- Klik op de keuzeknop die verschijnt
- Zoek en klik op een item in het keuzemenu
Een VST effect selecteren
- Plaats de muisaanwijzer op een leeg Audio FX-slot
- Klik op de keuzeknop die verschijnt
- Zoek en klik op een plug-in in het keuzemenu
De plug-in wordt als een apart venster boven je partituur geladen. Wanneer je een audio FX-plug-in laadt, verschijnt er een nieuw slot in de track.
Een VST effect uitschakelen
- Plaats de muisaanwijzer op een Audio FX-slot
- Klik op het aan/uit pictogram dat verschijnt
Dit schakelt de plug-in uit zonder deze uit de mixer te verwijderen.
Een VST effect verwijderen
- Plaats de muisaanwijzer op een Audio FX-slot
- Klik op de keuzeknop die verschijnt
- Klik op Geen effect
Dit verwijdert de effect-plug-in uit de mixer.